Oplossing: Als de microprocessor oververhit raakt, schakelt de computer automatisch over naar de
sluimerstand zodat de computer kan afkoelen om de microprocessor en andere interne onderdelen te
beschermen. Controleer de instellingen voor de slaapstand.
• Probleem: De computer schakelt onmiddellijk na de zelftest (POST) over naar de slaapstand.
Oplossing: Controleer of:
– De batterij is opgeladen.
– De temperatuur van de omgeving binnen de toegestane waarden ligt. Zie 'Gebruiksomgeving' op
pagina 13.
Als het probleem blijft bestaan, moet de computer worden nagekeken.
• Probleem: Er wordt een foutmelding weergegeven over een lege batterij en de computer wordt meteen
uitgeschakeld.
Oplossing: De batterij is mogelijk te veel ontladen. Steek de netvoedingsadapter in een stopcontact en
sluit de adapter dan op de computer aan. U kunt ook de batterij door een opgeladen batterij vervangen.
• Probleem: Het beeldscherm van de computer blijft leeg nadat u op Fn hebt gedrukt om de computer uit
de slaapstand te halen.
Oplossing: Controleer of er een extern beeldscherm is ontkoppeld of uitgeschakeld terwijl de computer in
de sluimerstand stond. Als u een extern beeldscherm hebt ontkoppeld of uitgeschakeld, sluit het dan weer
aan of zet het weer aan voordat u de werking van de computer hervat vanuit de slaapstand. Wanneer de
computer uit de slaapstand wordt gehaald zonder dat u het externe beeldscherm aansluit of inschakelt en
het computerbeeldscherm zwart blijft, drukt u op de wisselknop van de weergavemodus
computerbeeldscherm te activeren.
• Probleem: De computer kan de slaapstand niet verlaten, of het systeemstatuslampje knippert langzaam
en de computer werkt niet.
Oplossing: Als het systeem niet ontwaakt uit de slaapstand, kan dat komen omdat het systeem
automatisch in de sluimerstand of de slaapstand is gezet omdat de batterij leeg was. Controleer het
systeemstatuslampje.
– Als het systeemstatuslampje langzaam knippert, staat de computer in de slaapstand. Sluit de
netvoedingsadapter aan op de computer en druk op Fn.
– Als het systeemstatuslampje niet brandt, staat de computer in de sluimerstand of krijgt geen stroom.
Sluit de netvoedingsadapter aan op de computer en druk op de aan/uit-knop.
Als het systeem nog steeds in de sluimerstand staat, reageert de computer mogelijk niet en kunt u de
computer niet uitschakelen. In dat geval moet u de computer opnieuw instellen. Als u bepaalde gegevens
nog niet hebt opgeslagen, gaan die waarschijnlijk verloren. Om een reset uit te voeren, houdt u de aan/uit-
knop vier seconden of langer ingedrukt. Als het systeem nog steeds niet reageert, verwijdert u de
netvoedingsadapter en de batterij.
• Probleem: De computer gaat niet naar de sluimerstand of naar de slaapstand.
Oplossing: Controleer of er opties zijn geselecteerd die kunnen verhinderen dat de computer naar de
sluimerstand of naar de slaapstand gaat.
Als uw computer in de sluimermodus wordt overgeschakeld maar het verzoek wordt afgewezen, is het
apparaat dat op de USB-poort is aangesloten mogelijk uitgeschakeld. Als dit gebeurt, ontkoppelt u het
USB-apparaat en sluit u het weer aan.
• Probleem: De batterij loopt langzaam leeg terwijl de computer in de sluimerstand staat.
Oplossing: Als de ontwaakfunctie ingeschakeld is, gebruikt de computer een klein beetje energie. Dit is
geen defect. Meer informatie vindt u in 'Spaarstanden' op pagina 28.
.
Hoofdstuk 7
Computerproblemen oplossen
om het
93