Oplossing: Voer de volgende controles uit:
1. Controleer of de geheugenmodule correct in de computer is geïnstalleerd en goed is bevestigd.
Verwijder alle toegevoegde geheugenmodules om de computer te testen met alleen de in de fabriek
geïnstalleerde geheugenmodules en installeer de geheugenmodules vervolgens één voor één opnieuw
om te controleren of ze correct zijn aangesloten.
2. Controleer of er tijdens het opstarten foutberichten verschijnen.
Volg de herstelprocedures voor foutberichten van power-on self-test (POST).
3. Controleer of de nieuwste UEFI BIOS-versie voor uw model is geïnstalleerd.
4. Controleer de geheugenconfiguratie en de compatibiliteit, inclusief de maximale geheugengrootte en de
geheugensnelheid.
5. Voer de diagnoseprogramma'suit. Zie 'De oorzaak van een probleem opsporen' op pagina 77.
Ethernet-problemen
• Probleem: Mijn computer kan geen verbinding met het netwerk maken.
Oplossing:
Controleer of:
– De kabel is correct geplaatst.
De netwerkkabel moet goed zijn aangesloten op zowel de ethernetpoort van de computer als op de
RJ45-aansluiting van de hub. De maximaal toegestane afstand van de computer tot de hub is 100
meter. Probeer een andere kabel als de problemen zich blijven voordoen ondanks dat de kabel goed is
aangesloten en de afstand niet te groot is.
– Het juiste stuurprogramma wordt gebruikt. Ga als volgt te werk om het juiste stuurprogramma te
installeren:
1. Ga naar het Configuratiescherm en zorg ervoor dat u het Configuratiescherm op Categorie bekijkt.
2. Klik op Hardware en geluiden ➙ Apparaatbeheer. Wanneer er wordt gevraagd om een
beheerderswachtwoord of een bevestiging, typt u dat wachtwoord of geeft u die bevestiging.
3. Dubbelklik op Netwerkadapters om alle netwerkadapters te bekijken. Als er een uitroepteken !
naast de naam van de adapter wordt weergegeven, gebruikt u mogelijk niet het goede
stuurprogramma of is het stuurprogramma mogelijk uitgeschakeld.
4. Klik met de rechtermuisknop op de geselecteerde adapter, klik op Stuurprogramma bijwerken
en volg de instructies op het scherm om het stuurprogramma bij te werken.
– De schakelpoort en de adapter dezelfde duplex-instelling hebben.
Als u de adapter hebt geconfigureerd voor volledig duplex, zorg dan dat de switch-poort ook hiervoor
is geconfigureerd. Als u een verkeerde duplexinstelling opgeeft, kunnen de prestaties van het apparaat
achteruitgaan, kunnen er gegevens verloren gaan en kunnen er verbindingen verbroken worden.
– Alle netwerksoftware die voor uw netwerkomgeving nodig is, goed is geïnstalleerd.
Neem contact op met de netwerkbeheerder voor de benodigde netwerksoftware.
• Probleem: De adapter is er zonder aanwijsbare reden mee gestopt.
Oplossing: Mogelijk zijn de netwerkstuurprogramma's beschadigd of ontbreken deze.
• Probleem: Mijn computer is een Gigabit Ethernet-model en ik gebruikt een snelheid van 1000 Mbps en de
verbinding werkt niet of er treden fouten op.
Oplossing:
– Gebruik bedrading van categorie 5 en controleer of de netwerkkabel goed is aangesloten.
– Gebruik een 1000 BASE-T hub/switch (niet een 1000 BASE-X).
.
Hoofdstuk 7
Computerproblemen oplossen
83