de foutcorrectiemodus gebruiken
De foutcorrectiemodus (ECM) elimineert gegevensverlies als gevolg van slechte
telefoonverbindingen, door transmissiefouten te detecteren en automatisch een
verzoek in te dienen tot herverzending van het foutieve gedeelte. Bij goede
verbindingen blijven uw telefoonkosten gelijk of kunnen deze zelfs lager
uitvallen. Bij slechte verbindingen brengt ECM een langere verzendtijd en
hogere kosten met zich mee, maar worden de gegevens betrouwbaarder
verzonden. Schakel ECM alleen uit (de standaardinstelling is aan) als met ECM
uw telefoonkosten aanzienlijk hoger uitvallen en een slechtere faxkwaliteit geen
probleem is.
Opmerking:
verzendt, staat ECM altijd Aan.
1
Druk op Instellingen.
2
Druk op
Hiermee selecteert u Geavanceerde faxinstellingen en vervolgens
Foutcorrectiemodus.
3
Druk op
4
Druk op OK.
de faxsnelheid instellen
U kunt de faxsnelheid instellen die moet worden gebruikt voor de communicatie
tussen de HP Officejet en de andere faxapparaten als u faxberichten verzendt
en ontvangt. De standaardfaxsnelheid is Snel.
In bepaalde omgevingen kan het nodig zijn om de faxsnelheid op een lagere
snelheid in te stellen. Bijvoorbeeld als u een van de volgende items gebruikt:
•
een Internet-telefoonservice
•
een PBX-systeem
•
het FoIP (Fax over Internet Protocol)
•
een ISDN-service (Integrated Services Digital Network)
Ook als u problemen ondervindt bij het verzenden en ontvangen van
faxberichten, kunt u deze problemen proberen te verhelpen door de faxsnelheid
op Medium of Langzaam in te stellen. Als u faxen wilt verzenden zonder ECM,
moet u de instelling Medium of Langzaam. De volgende faxsnelheden zijn
beschikbaar.
Instelling faxsnelheid Faxsnelheid
Snel
Medium
Langzaam
1
Druk op Instellingen.
2
Druk op
Hiermee selecteert u Geavanceerde faxinstellingen en vervolgens
Faxsnelheid.
3
Druk op
gebruikershandleiding
Als de Faxsnelheid is ingesteld op Snel of als u een fax in kleur
4
en vervolgens op 5.
om
Aan
of
Uit
te selecteren.
v.34 of 33600 bps
v.17 of 14400 bps
v.29 of 9600 bps
4
en vervolgens op 6.
om een optie te selecteren en druk vervolgens op OK.
faxfuncties gebruiken
71