●■
Openbaar certificaat installeren : U kunt een te installeren openbaar certificaat scannen en registreren. Om een
certificaat te installeren, moet u een certificaatbestand of encryptiebestand installeren dat is uitgegeven door
een certificeringsinstantie. Klik op <installeren> om het certificaat te registreren.
■■
In de modus <HTTPS (Veilige verbindingsmodus met gebruik van het publieke certificaat)> kunt u geen openbare certificaten installeren
of verwijderen. Schakel over naar de modus <HTTP (Onbeveiligde verbinding)> of <HTTPS (Veilige verbindingsmodus met gebruik van
een uniek certificaat)> voordat u verdergaat.
■■
Installeer de certificaatbestandsextensie als CRT en de sleutelbestandextensie als KEY.
■■
Voor certificaat- en sleutelbestanden gebruikt u het PEM-format dat is gegenereerd door RSA (2048 of hoger wordt aanbevolen) of ECC.
■■
Voor certificaat- en sleutelbestande gebruikt u PKCS#1 of PKCS#8 zonder wachtwoord.
802.1x
Wanneer u verbinding maakt met een netwerk, kunt u selecteren of u gebruik wilt maken van het
802.1x-protocol en het betreffende certificaat installeren.
802.1x is een authenticatiesysteem tussen een server en een client dat hacking, virusinfectie en
informatielekkage van verzonden en ontvangen netwerkdata voorkomt.
802.1x kan worden gebruikt om de ongeautoriseerde clienttoegang te blokkeren en de beveiliging te vergroten
door alleen geauthenticeerde gebruikers te laten communiceren.
Setup > netwerk > 802.1x
●■
EAPOL-versie : Selecteer de EAPOL versie die als protocol zal worden gebruikt.
■■
Sommige switch hubs werken niet als u ze instelt op versie <2>. Selecteer de versie <1>, dat is de EAPOL-standaard.
●■
ID : Voer de ID in zoals uitgegeven door de beheerder van de RADIUS-server.
■■
Als de ingevoerde ID niet overeenkomt met het ID van het certificaat van de cliënt, wordt het niet goed verwerkt.
●■
Wachtw. : Voer het wachtwoord in zoals uitgegeven door de beheerder van de RADIUS-server.
■■
Als het wachtwoord dat u hebt ingevoerd niet overeenkomt met dat van de privésleutel van de cliënt, wordt het niet goed verwerkt.
●■
Certificaten : Zoek naar een apparaat. Klik op <
CA-certificaat : Selecteer deze optie alleen als uw publieke certificaat de openbare sleutel bevat.
●■
●■
Clientcertificaat : Selecteer deze optie als het publieke certificaat een verificatiesleutel van de cliënt bevat.
●■
Persoonlijke sleutel client : Selecteer deze optie als het openbare certificaat de persoonlijke sleutel van de
cliënt bevat.
> om opnieuw te zoeken naar een apparaat.
■■
Voor een succesvolle implementatie van de 802.1x-besturingsomgeving, moet de beheerder gebruik maken van de RADIUS-server.
Daarnaast moet de op de server aangesloten switch hub een apparaat zijn met ondersteuning voor 802.1x.
■■
Als de tijdinstelling van de RADIUS-server, de switch-hub en de recorder niet overeenkomen, kan de communicatie tussen de apparaten falen.
■■
Als een wachtwoord wordt toegewezen aan de persoonlijke sleutel van de cliënt, moet de beheerder van de server het ID en wachtwoord
bevestigen.
Het ID en het wachtwoord kunnen elk maximaal 30 tekens bevatten. (Maar het ondersteunt alleen letters, cijfers en speciale tekens (alleen "-",
"_", "." ). 3 types) only.
Toegang tot bestanden zonder wachtwoordbeveiliging is toegestaan zonder het ingeven van een wachtwoord.
■■
Het door de recorder gebruikte 802.1x-protocol is EAP-TLS.
■■
U moet alle drie certificaten installeren om 802.1x te gebruiken.
FtP
Wanneer er een gebeurtenis optreedt, kan deze worden geconfigureerd om de gebeurtenisbeelden naar de FTP-
server te verzenden.
Setup > netwerk > FtP
Server adres : Voer het FTP-serveradres in om verbinding mee te maken.
●■
●■
Prt. : Voer de verbindingspoort in. De initiële waarde is ingesteld op <21>. Voer een waarde in tussen 1 en
65535.
●■
ID : Voer de gebruikers-ID in om te authenticeren bij het verbinden met de FTP-server.
Wachtw. : Voer het gebruikerswachtwoord in om te authenticeren bij het verbinden met de FTP-server.
●■
●■
Directory uploaden : Voer het pad van de FTP-server in waar de overgedragen gebeurtenisbeelden worden
opgeslagen.
●■
Passieve modus : Schakel <inschakelen> in als de passieve modus vereist is vanwege een firewall of vanwege
FTP-serverinstellingen.
●■
TLS inschakelen (transport layer security) : Maak een keus tussen <uitschakelen> en <tlS (indien
beschikbaar)>.
●■
Leveringsinterval : Selecteer de leveringsinterval voor uw gebeurtenis.
■■
Als er een reeks gebeurtenissen optreedt, wordt deze op de ingestelde tijd verzonden. Er wordt niet voor elke losse gebeurtenis een melding
verstuurd. De overlappende gebeurtenissen die zijn opgetreden tijdens de ingestelde leveringsinterval worden verzonden als tekst of als bestand in
HTML-format.
FTP-test : Voert de overdrachttest uit met de ingevoerde FTP-serverinstellingen.
●■
Nederlands _73