het netWerK inStellen
U kunt verschillende netwerkfuncties instellen, zoals het bewaken van live video door vanaf een externe locatie
verbinding te maken met een netwerk en een gebeurtenis per e-mail te ontvangen.
iP-adres en poort
U kunt de route en het protocol van de netwerkverbinding instellen.
een netwerkverbinding instellen
Hiermee worden het protocol en de omgeving van het netwerk ingesteld.
Setup > netwerk > iP-adres en poort > iP adres
●■
Netwerk : Elk product ondersteunt een ander aantal netwerkpoorten. Als het twee of meer netwerkpoorten
ondersteunt, kunt u het netwerk voor elke functie als volgt instellen.
Netwerk 1 (Camera) : Het kan worden gebruikt als een poort om een camera aan te sluiten. Als u een camera
●■
aansluit, wordt de cameravideo verzonden. Met behulp van de netwerkinformatie kunt u de webviewer
openen.
●■
Netwerk 2 (Viewer) : Het kan worden gebruikt als algemene poort voor het aansluiten van de camera en de
Webviewer.
Netwerk 3 (iSCSI) : Het kan worden gebruikt als de aangewezen poort voor iSCSI-verbinding.
●■
■■
Alleen beschikbaar voor producten die Netwerk 3 ondersteunen.
●■
Netwerk (Alles) : Kan worden gebruikt als algemene poort voor het aansluiten van camera, Webviewer en iSCSI.
– IP type : selecteer het type netwerktoegang.
– IP adres, subnetmasker, gateway, DNS
■■
Handmatig : IP-adres, subnetmasker, gateway en DNS kunt rechtstreeks worden ingevoerd.
■■
DHCP : IP-adres, subnetmasker, gateway en DNS kunnen automatisch worden ingesteld.
Overdrachtsbandbreedte : Voer de max. gegevenssnelheid voor overdracht in.
●■
●■
Standaardgateway : Selecteer de standaardgateway. Als er meerdere netwerkpoorten zijn, stelt u een daarvan
in als de standaardgateway.
■■
De DNS-waarde van DHCP kan alleen rechtstreeks worden ingevoerd als u <Handmatig> hebt geselecteerd.
verbinden en instellen van het netwerk
Netwerken kunnen afwijken van de verbindingsmethode, controleer uw omgeving voordat u de
verbindingsmodus instelt.
als er geen router wordt gebruikt
modus handmatig
●■
– Internet verbinding : Statisch IP, een leaselijn en LAN-omgevingen maken verbinding tussen een recorder en
de externe gebruiker mogelijk.
– Netwerkinstellingen : Stel het <iP type> van de aangesloten recorder in op <handmatig>.
■■
Raadpleeg uw netwerkbeheerder voor IP, Gateway en Subnetmasker.
●■
dhcP-modus
– Internet verbinding : Sluit de recorder direct aan op een kabelmodem, DHCP-ADSL-modem of FTTH-
netwerk.
– Netwerkinstellingen : Stel het <iP type> van de aangesloten recorder in op <dhcP>.
als er een router wordt gebruikt
■■
Om een conflict tussen het IP-adres en het statische IP-adres van de recorder te voorkomen, moet het volgende worden gecontroleerd :
de recorder instellen met een statisch iP-adres
●■
– Internet verbinding : Sluit de recorder aan op een IP-router waarop een kabelmodem is aangesloten, of sluit
de recorder aan in de lokale netwerkomgeving (LAN).
●■
het netwerk voor de recorder instellen
1. Stel het <iP type> van de aangesloten recorder in op <handmatig>.
2. Controleer of het ingestelde IP-adres binnen het statische IP-bereik van de breedbandrouter valt.
IP-adres, Gateway en Subnetmasker : Neem contact op met uw netwerkbeheerder.
■■
Als een DHCP-server is geconfigureerd met beginadres (192.168.0.100) en eindadres (192.168.0.200), moet u het IP-adres buiten het
geconfigureerde DHCP-bereik instellen (bijvoorbeeld 192.168.0.2 ~ 192.168.0.99 en 192.168.0.201 ~ 192.168.0.254).
3. Controleer of het gateway-adres en het subnetmasker gelijk zijn aan die van de breedbandrouter.
Nederlands _69