1. Belangrijke veiligheidsinstructies
Wanneer u de Robot gebruikt, moet u altijd de nodige basisvoorzorgsmaatregelen volgen, waaronder:
LEES ALLE INSTRUCTIES VOORDAT U DEZE ROBOT GEBRUIKT. BEWAAR DEZE GEBRUIKSAANWIJZING.
1. Deze Robot is niet bedoeld voor gebruik door kinderen of door iemand die geen kennis heeft van het correcte gebruik
van de Robot. Toezicht is mogelijks nodig. Laat kinderen niet met de Robot spelen.
2. Gebruik de Robot niet in extreem warme of koude omgevingen (onder 0˚°C/32°F of boven 40˚°C/104˚°F). Het apparaat
kan worden gebruikt om buitenruiten te reinigen als het op de juiste manier is vastgemaakt aan de veiligheidspod, de
wind kalm is en het niet regent of sneeuwt.
3. Zorg ervoor dat de Robot is aangesloten op de stroomadapter terwijl deze bezig is met schoonmaken. De Robot heeft
een back-upbatterij die wordt opgeladen tijdens gebruik. De back-upbatterij zal de Robot van stroom voorzien wanneer
de stroomadapter wordt losgekoppeld of de Robot zonder stroom valt.
4. Laat de Robot niet onbeheerd achter wanneer deze is aangesloten.
5. ENKEL bedoeld voor huishoudelijk gebruik. Gebruik de Robot niet in een commerciële of industriële omgeving.
6. Gebruik de Robot niet op gebarsten glas.
7. Gebruik alleen accessoires die worden aanbevolen of geleverd door Blaupunkt Robotics. Maak alleen gebruik van de
meegeleverde stroomadapter. Zorg ervoor dat uw voedingsspanning overeenkomt met de voedingsspanning die is
aangegeven op de lader.
8. Gebruik de Robot niet op een ingelijste ruit met een kader kleiner dan 5 mm (0,2 inch).
9. Gebruik de Robot niet op natte of vettige ruiten.
10. Bewaar de Robot op een plek op waar deze verwijderd is van hitte en brandbare materialen.
11. Gebruik de Robot niet als deze niet stevig op het glas is bevestigd of zichtbare tekenen van beschadiging vertoont.
12. Plaats de Robot niet in water of een andere vloeistof om het risico op een elektrische schok te verminderen. Plaats of
bewaar de Robot niet waar deze kan vallen in een badkuip of in een gootsteen kan worden getrokken.
13. Raak de stekker of de Robot niet aan met natte handen.
14. Laad de Robot niet op in extreem warme of koude omgevingen, want dit kan de levensduur van de batterij
beïnvloeden.
15. Plaats de Robot niet op andere elektrische apparaten en houd hem uit de buurt van vuur en vloeistoffen.
16. Zorg ervoor dat u het netsnoer niet beschadigt. Trek er niet aan of draag de Robot niet aan het netsnoer, gebruik de
stroomkabel niet als handvat, knel deze niet tussen een raam en plaats geen zware gewichten op de stroomkabel. Houd
de stroomkabel ver weg van hete oppervlakken.
17. Gebruik de Robot niet met een beschadigd netsnoer of stopcontact. Gebruik de Robot niet als deze niet goed werkt, is
gevallen, beschadigd of in contact gekomen is met water. In dit geval moet deze worden gerepareerd door de fabrikant of
zijn commerciële agent om gevaar te voorkomen.
18. Indien het netsnoer is beschadigd, moet het worden vervangen door de fabrikant of zijn commerciële agent om
gevaar te voorkomen.
19. De stekker moet uit het stopcontact worden verwijderd voordat de Robot wordt gereinigd of onderhouden. Maak de
stekker niet los door aan het netsnoer te trekken.
20. De back-upbatterij moet worden vervangen door de fabrikant of zijn commerciële agent om gevaar te voorkomen.
21. De back-upbatterij moet worden verwijderd en weggegooid in overeenstemming met de plaatselijke wet- en
regelgeving voordat de Robot wordt weggegooid.
22. De Robot moet worden losgekoppeld van het stopcontact voordat de batterij wordt verwijderd om deze weg te
gooien.
23. Gooi gebruikte batterijen weg in overeenstemming met de plaatselijke wet- en regelgeving.
24. Verbrand de Robot niet als deze ernstig beschadigd is. De batterij kan bij een brand exploderen.
25. De Robot moet worden gebruikt in overeenstemming met de aanwijzingen in deze gebruiksaanwijzing. De
productfabrikant kan niet aansprakelijk of verantwoordelijk worden gesteld voor eventuele schade of letsel veroorzaakt
door oneigenlijk gebruik.
1