5. Installatie
5.1. Veiligheid
WAARSCHUWING
Alle elektrische aansluitingen moeten worden uitgevoerd door een bevoegd elektricien,
conform de plaatselijke voorschriften. Wanneer de apparatuur verkeerd wordt geïnstal-
leerd, kan dit leiden tot elektrische schokken en schade aan het apparaat.
Sluit het apparaat nooit aan op een andere spanning of frequentie dan op het typepla-
tje staat vermeld. Een te hoge lijnspanning kan tot elektrische schokken en schade
aan het apparaat leiden.
Het apparaat moet op een geaard stopcontact worden aangesloten.
Stel het apparaat niet in bedrijf als de voedingskabel of -stekker is beschadigd: gevaar
voor een elektrische schok.
LET OP
Ga niet op het apparaat zitten of staan en plaats er geen voorwerpen op.
OPMERKING
Wanneer een ontvochtiger in een gebouw met radon wordt geplaatst, moet met een
deskundige worden overlegd over de beste totaaloplossing. Alle wijzigingen die de
ventilatie of het drukevenwicht in het gebouw beïnvloeden, kunnen leiden tot een ge-
wijzigde radonconcentratie.
5.2. Gesloten systeem
Een gesloten systeem heeft de voorkeur wanneer er moet worden ontvochtigd om een zeer droog kli-
maat tot stand te brengen. Dit is zuiniger in gebruik dan een open systeem.
De ontvochtiger wordt in de te ontvochtigen ruimte geplaatst.
Om ervoor te zorgen dat de droge lucht evenredig over de te ontvochtigen ruimte wordt verdeeld, kan
een kanaal worden aangesloten op de drogeluchtuitlaat van de ontvochtiger.
Het condenswater wordt afgevoerd door een pomp.
ComDry M170L-ontvochtiger
11