13. PROBLEEMOPLOSSING
WAARSCHUWING
In de volgende gevallen, moet u onmiddellijk stopen
met het gebruik van de airconditioner, en alle
voedingen loskoppelen door het uitschakelen van
de elektrische hoofdschakelaar of de stekker uit
het stopcontact halen. Raadpleeg dan uw dealer of
bevoegd onderhoudspersoneel.
Zolang de airconditioner is aangesloten op de
stroomvoorziening, is de voeding niet uitgeschakeld,
ook niet als u het apparaat is hebt uitgezet.
• Apparaat ruikt of iets brandt of stoot rook uit
• Er lekt water uit het apparaat
Werkt helemaal niet.
□ Is er een stroomstoring geweest?
Als dat het geval is, start de unit automatisch opnieuw op wanneer
de stroomvoorziening wordt hersteld. (Raadpleeg pagina 9.)
□ Is de circuitonderbreker uitgeschakeld?
⇒ Schakel de circuitonderbreker in.
□ Is er een zekering doorgebrand of is de circuitonderbreker geac-
tiveerd?
⇒ Vervang de zekering of reset de circuitonderbreker.
□ Is de timer in werking?
⇒ U kunt de instelling van de timer controleren of deactiveren,
raadpleeg hiervoor pagina 5.
Slechte koeling- of verwarmingsprestaties.
□ Werkt de unit onder condities die buiten het toegestane temper-
atuurbereik liggen?
Als dat het geval is, werkt de airconditioner misschien niet meer
omdat het automatische beveiligingscircuit in werking is getreden.
□ Is het luchtfilter vuil?
⇒ Reinig het luchtfilter. (Raadpleeg pagina 8.)
□ Is het inlaatrooster of de uitgangspoort van de binnen-unit geblok-
keerd?
⇒ Verwijder de obstakels.
□ Is de kamertemperatuur goed afgesteld?
⇒ Voor het wijzigen van de temperatuurinstelling, raadpleeg
pagina 5.
□ Is er een raam of deur open blijven staan?
⇒ Sluit het raam of de deur.
□ Is de ventilatorsnelheid ingesteld op Stil?
⇒ Voor het wijzigen van de ventilatorsnelheid, raadpleeg
pagina 5.
□ Is de Ruisonderdrukking bediening van de Buitenunit ingesteld?
⇒ Voor het stoppen van de Ruisonderdrukking bediening van de
Buitenunit, raadpleeg pagina 7.
□ <In de stand Koelen> Dringt er direct of sterk zonlicht door in het
vertrek?
⇒ Sluit de gordijnen.
□ <In de stand Koelen> Zijn er andere verwarmingsapparaten of
computers in bedrijf, of zijn er teveel mensen in het vertrek?
⇒ Schakel de verwarmingsapparatuur of computers uit, of stel de
temperatuur lager in. (Raadpleeg pagina 5.)
Luchtstroom is zwak of stopt.
□ Is de ventilatorsnelheid ingesteld op Stil?
⇒ Voor het wijzigen van de ventilatorsnelheid, raadpleeg pagina 5.
□ Is de Ventilatorregeling ingesteld op Energiebesparing? Als dat
het geval is, zal de binnen-unit misschien tijdelijk tot stilstand ko-
men in de stand Koelen.
⇒ Voor het annuleren van de Ventilatorbesturing voor energiebe-
sparing, raadpleeg pagina 7.
□ <In de stand Verwarmen> Heeft u de unit pas in werking gesteld?
Als dit het geval is, draait de ventilator tijdelijk op een zeer lage snelheid
zodat de interne onderdelen van de unit warm kunnen worden.
□ <In de stand Verwarmen> Is de kamertemperatuur hoger dan de
ingestelde temperatuur?
Als dat het geval is, komt de buiten-unit tot stilstand en draait de
ventilator van de binnen-unit op een zeer lage snelheid.
□ <In de stand Verwarmen> Knippert het indicatielampje [ ]?
In dat geval is de functie Automatische ontdooiing in werking. De
binneneenheid komt maximaal 15 minuten tot stilstand. (Raad-
pleeg pagina 9.)
□ <In de stand Drogen> De binnen-unit werkt op lage ventilatorsnel-
heid voor het aanpassen van de luchtvochtigheid in het vertrek, en
kan van tijd tot tijd tot stilstand komen.
□ <In de stand Auto> In de stand Monitor, draait de ventilator op een
zeer lage snelheid.
Er is ruis hoorbaar.
□ Werkt de unit, of hoort u de ruis direct na het tot stilstand komen
van de unit?
Als dat het geval is, hoort u misschien het geluid van stromend
koelmiddel. Het zal misschien vooral hoorbaar zijn gedurende
2-3 minuten na aanvang van de werking.
□ Hoort u een zacht piepend geluid tijdens de werking?
Dit is het resultaat van een minieme uitzetting en inkrimping van
het frontpaneel die door een wijziging van de temperatuur worden
veroorzaakt.
□ <In de stand verwarming> houd u een sissend geluid?
Dit geluid wordt geproduceerd door de Automatische ontdooiing.
(Raadpleeg pagina 9.)
Er komt een geur uit de unit.
□ De airconditioner kan allerlei luchtjes absorberen die ontstaan
door stoffering en meubels in het interieur of door sigarettenrook.
Deze luchtjes kunnen tijdens de werking van de unit worden
uitgestoten.
Er komt nevel of stoom uit de unit.
□ <In de stand Koelen of Drogen> Er kan een lichte nevel ontstaan
door condensatie bij plotselinge afkoeling.
□ <In de stand Verwarmen> Knippert het indicatielampje [ ] op de
binneneenheid?
In dat geval kan er stoom uit de buiteneenheid opstijgen omdat
de functie Automatische ontdooiing in werking is (Raaadpleeg
pagina 9.)
Er loopt water uit de buiten-unit.
□ <In de stand Verwarmen> Er kan water uit de buiten-unit lopen
dat wordt gegenereerd door de Automatische ontdooiing. (Raad-
pleeg pagina 9.)
Het apparaat werkt anders dan de instelling van de afstandsbediening.
□ Zijn de batterijen in de afstandsbediening leeg?
⇒ Vervang de batterijen.
Werking wordt vertraagd na het opnieuw opstarten.
□ Is de stroomvoorziening plotseling weer ingeschakeld?
Als dat het geval is, zal de compressor ongeveer 3 minuten niet
werken zodat wordt voorkomen dat de zekering springt.
Stop de werking onmiddellijk en zet in de volgende gevallen de
elektrische onderbreker uit. Raadpleeg dan geautoriseerd personeel.
• Het probleem blijft aanhouden, zelfs als u deze controles of
diagnosehandelingen uitvoert.
• Op de binneneenheid knipperen [ ] en [
OPMERKINGEN: Raadpleeg voor het oplossen van problemen met de
regeling van het W-LAN, de instelhandleiding voor
het W-LAN-adapter of de mobiele app die op uw
smartphone of tablet-PC is geïnstalleerd.
] terwijl [
] snel knippert.
Nl-12