Druk meten
Om druk te meten, verbindt u het product met de juiste
fitting en selecteert u een drukaansluiting. Het product
heeft twee interne sensoren. Kies de sensor altijd op
basis van werkdrukken en nauwkeurigheid.
Waarschuwing
Letsel voorkomen:
•
Druksensoren kunnen beschadigd raken
en/of personeel kan gewond raken als er
een verkeerde druk wordt aangelegd. Zie
tabel 4 voor informatie over toelaatbare
overdruk- en barstdrukwaarden. Aan
geen enkele overdruksensor mag een
vacuüm worden getrokken. Op het
display van het product wordt 'OL'
weergegeven als er een verkeerde druk
wordt aangelegd. Als er op een
willekeurig drukdisplay 'OL' wordt
weergegeven, moet de druk onmiddellijk
worden gereduceerd of afgelaten om
beschadiging van het product of
mogelijk letsel te voorkomen. 'OL' wordt
weergegeven wanneer de druk meer dan
110% van het nominale bereik van de
sensor bedraagt of wanneer bij
overdruksensoren een vacuüm van meer
dan 2 PSI wordt getrokken.
•
Druk op Z om de druksensor op nul in
te stellen als de druksensor op
atmosferische druk is gebracht.
Opmerking
Om de nauwkeurigheid van het product te
garanderen, moet het product op nul worden
ingesteld voordat er een apparaat wordt
gekalibreerd. Zie de paragraaf 'Gebruik van de
nulstelfunctie'.
Mediacompatibiliteit
Het product heeft een van het gebruikte medium
geïsoleerde sensor, om vervuiling van de sensor te
voorkomen. Gebruik bij voorkeur indien mogelijk schone
droge lucht als medium. Mocht dit niet mogelijk zijn, zorg
er dan wel voor dat het medium geschikt is voor de
sensor. Gebruik voor de 16 PSIG- en 36 PSIG-sensoren
een medium dat geschikt is voor silicium, pyrex, goud,
keramiek, nikkel en aluminium. Gebruik voor alle overige
sensoren een medium dat geschikt is
voor roestvrijstaal 316.
Pressure Calibrator
Druk meten
25