•
De batterijklep moet worden gesloten en
vergrendeld voordat u het product
gebruikt.
•
Leg niet op de verkeerde wijze druk aan.
Aan geen enkele overdruksensor mag een
vacuüm worden getrokken. Op het display
van het product wordt 'OL' weergegeven
als er een verkeerde druk wordt aangelegd.
Als er op een willekeurig drukdisplay 'OL'
wordt weergegeven, moet de druk
onmiddellijk worden gereduceerd of
afgelaten om beschadiging van het
product of mogelijk letsel te voorkomen.
'OL' wordt weergegeven wanneer de druk
meer dan 110% van het nominale bereik
van de sensor bedraagt of wanneer bij
overdruksensoren een vacuüm van meer
dan 2 PSI wordt getrokken.
•
Druk op de knop ZERO om de druksensor
op nul in te stellen als de druksensor op
atmosferische druk is gebracht.
•
Controleer de maximale
elektriciteitswaarden voordat u iets op dit
product aansluit.
•
Verwijder de batterijen wanneer het
product gedurende een lange periode niet
zal worden gebruikt of wanneer het bij
temperaturen wordt opgeslagen die de
specificaties van de batterijfabrikant
overschrijden. Als de batterijen niet
worden verwijderd, kan het product door
batterijlekkage beschadigd raken.
•
Vervang de batterijen wanneer de batterij-
indicator aangeeft dat ze bijna leeg zijn, om
onjuiste metingen te voorkomen.
•
Let op de polariteit van de batterijen om
batterijlekkage te voorkomen.
•
Bij lekkage van de batterij, het product
eerst repareren vóór gebruik.
•
Gebruik uitsluitend voorgeschreven
reserveonderdelen.
Pressure Calibrator
Veiligheidsinformatie
3