Stap 2: Zorg dat de NVR toegang heeft tot het externe netwerk, kies "Enable P2P→
Encryption" (P2P activeren → Versleuteling).
Stap 3: Klik op "Apply" (Toepassen) om de configuratie op te slaan.
Stap 4: Klik op "Refresh" (Vernieuwen), de status wordt weergegeven als "Online ". Dit
betekent dat de P2P is ingeschakeld en normaal gebruikt kan worden.
Status: Weergave van de P2P online status van het apparaat.
Enable P2P (P2P inschakelen): De P2P functie van het apparaat in-/uitschakelen, de
standaard instelling is "Online".
Channel Number (Kanaalnummer): Toont het videokanaalnummer van de NVR dat
door de gebruiker op de app-client is bekeken.
Encryption (Versleuteling): Selecteer het type versleuteling. Nadat het apparaat is
ingeschakeld wordt alle signaalcommunicatie tussen het apparaat en de server
versleuteld.
Push interval(min) (Push-interval, min): Stel het tijdsinterval in voor het apparaat om
het alarmbeeld naar de mobiele client te sturen. U kunt ook "Turn off the push" (Push
uitzetten) selecteren om te voorkomen dat het apparaat het beeld naar de mobiele
terminal stuurt.
SN: Toont het serienummer van het apparaat P2P. Dit serienummer is uniek.
Refresh (Vernieuwen): Vernieuwt de gegevens van de P2P pagina.
5.3.7.4 Setting (Instelling)
Dit bestaat uit de secties User (Gebruiker) en Holiday (Vrije dagen).
User (Gebruiker)
OPMERKING
De in de fabriek ingestelde standaard gebruikersnaam is admin en het wachtwoord is
admin.
Beheerders kunnen gebruikers toevoegen en verwijderen en gebruikersparameters
configureren.
Er zijn twee gebruikersniveaus, Operator (Bediener) en General User (Algemene
gebruiker).
OPGELET
Om de veiligheid van het netwerkgebruik van het product te verbeteren, dient u het
productwachtwoord regelmatig te updaten. Het wordt aanbevolen om dit eens in de 3
maanden te doen. Als de vereisten ten aanzien van de veiligheid van de
productomgeving hoog zijn, is het raadzaam om het wachtwoord maandelijks of
wekelijks te updaten.
Afbeelding 5-45
75