Installatie
5.6.2
Vullen van de buitenunit, binnenunit en verwarmingssy-
steem
Spoel eerst het verwarmingssysteem. Wanneer de boiler is aangesloten
op het systeem, moet deze worden gevuld met water en ook worden ge-
spoeld.
Vul vervolgens het verwarmingssysteem.
VW1
Afb. 9
Binnenunit met een geïntegreerde elektrische bijverwarming en verwarmingssysteem
[Z1]
Verwarmingssysteem (zonder mengventiel)
[1]
Buitenunit
[2]
Handmatig ontluchtingsventiel
[PC0]
Primaire circulatiepomp
[VC1]
Afsluiters verwarmingssysteem
[VC2]
Aftapklep
[VC3]
Afsluiters verwarmingssysteem
[VL1]
Automatische ontluchter
[GC1]
Manometer
[SC1]
Magnetische deeltjesfilterafsluiter
[VW1]
3-weg omschakelventiel
[VW2]
Vulventiel
Zie afb. 9:
1. Waarborg, dat de voedingsspanning van de buiten- en de binnenunit
niet is aangesloten, voordat het systeem volledig is gevuld en ont-
lucht.
2. Activeer de automatische ontluchting van VL1, door de dop een paar
slagen los te draaien, zonder deze volledig te verwijderen.
3. Slang met de aftapkraan VC2 van het verwarmingssysteem verbin-
den.
4. Ventiel VC3, aftapkraan VC2 en vulventiel VW2 openen, om het ver-
warmingssysteem te vullen.
5. Open het handmatige ontluchtingsventiel boven op de elektrische
verwarming tot water zonder lucht uitstroomt. Ventiel daarna sluiten.
14
VC1
2
VL1
VC3
GC1
PC0
M
SC1
VW2
Na het vullen de installatie grondig ontluchten en het luchtfilter reinigen.
▶ Vul de installatie conform deze instructie.
▶ Neem de installatie in bedrijf conform de instructie van de bedie-
ningsunit.
▶ Ontlucht de installatie conform hoofdstuk 6.2.
▶ Reinig het deeltjesfilter zoals beschreven in hoofdstuk 8.1.
T
VC2
T
1
0010035629-001
6. Ga door met water vullen, tot alleen nog water uit de slang van de af-
voer komt en geen luchtbellen meer in het verwarmingssysteem wor-
den gevormd. Eventueel moeten extra maatregelen worden
genomen, om het cv-systeem te ontluchten.
7. Vul- en aftapkraan VC2 sluiten.
8. Verder vullen, tot de drukweergave GC1 2 bar aangeeft.
9. Indien een boiler is geïnstalleerd, deze ook vullen en ontluchten.
10.Vulventiel VW2 sluiten.
11.Slang van VC2 aftrekken.
12. Hoofdstuk 6.2.
5.6.3
Primaire circulatiepomp (PC0)
De PC0 circulatiepomp (geïntegreerd in CS3400iAWS 10 E) is uitgerust
met een PWM-regeling (toerentalgeregeld). De pompinstellingen wor-
den op de bedieningsunit van de binnenunit overeenkomstig de betref-
fende cv-installatie uitgevoerd ( instructie bedieningsunit).
De pompsnelheid wordt automatisch ingesteld, zodat een optimaal be-
drijf wordt bereikt.
5.6.4
Cv-pomp (PC1)
Afhankelijk van de configuratie van de cv-installatie is een pomp nodig,
die volgens de eisen aan debiet en debietbegrenzer wordt gekozen.
Compress 3400i AWS – 6721821684 (2023/08)
Z1