NL
ANDERE OPNAME-INSTELLINGEN
Beeldstabilisatie
Bij het gebruik van Leica SL-objectieven met OIS-uitrusting kunt u
hun geïntegreerde stabiliseringfunctie met de Leica TL2 gebruiken.
Op deze manier kunt u scherpe beelden ook realiseren met sluiter-
tijden die anders te langzaam zouden zijn.
►
In het hoofdmenu
►
In
de gewenste instelling selecteren
Aanwijzingen:
• Bij het gebruik van Leica TL-objectieven is dit menupunt niet
selecteerbaar en daarom is het betreffende pictogram grijs
weergegeven.
• Meer informatie over OIS ontneemt u aan de betreffende objec-
tief-handleiding.
Zelfontspanner
Met de zelfontspanner kunt u een opname met een vertraging van
naar wens 12 of 2 seconden maken. Dit is bijv. bij groepsopnamen
heel handig, waarbij u zelf ook in beeld wilt verschijnen of wanneer
u bewegingsonscherpte bij het afdrukken wilt vermijden. In zulke
gevallen is het raadzaam de camera op een statief te bevestigen.
Bovendien kunt u bij de instelling kiezen, of de zelfontspanner
slechts voor één opname moet worden gebruikt, of vaker (
-varianten).
nent
148
selecteren
Perma-
►
In het hoofdmenu
selecteren
►
In
de gewenste instelling selecteren
Als aan het linker instelwiel de functie
pag. 138), kunt u daarmee de gewenste optie rechtstreeks selec-
teren.
• Wanneer de zelfontspanner wordt gebruikt, verschijnt er
,
of
.
Bediening:
►
Druk de ontspanner volledig in om de opname te maken
• De voorlooptijd wordt aangegeven door het knipperende lampje
van de zelfontspanner:
– 12 s voorlooptijd: eerst langzaam, dan sneller tijdens de
laatste 2 s
– 2 s voorlooptijd: net als hierboven, tijdens de laatste 2 s
• Op het LCD-scherm telt de resterende tijd af.
Aanwijzingen:
• Een reeds lopende voorlooptijd kan op elk gewenst moment
opnieuw worden gestart door de ontspanner in te drukken. U
kunt de procedure echter uitsluitend annuleren door de camera
uit te schakelen.
• Als één van de beide
Permanent
functie na het uit- en weer inschakelen van de camera actief.
• Als de zelfontspanner geactiveerd is, zijn er altijd slechts afzon-
derlijke opnamen mogelijk, d.w.z. serieopnamen evenals auto-
matische belichtingsreeksen kunnen niet met de zelfontspan-
ner-modus worden gecombineerd.
• Tijdens zelfontspanning vindt instelling van scherpte en belich-
ting niet plaats bij het drukpunt van de ontspanner, maar pas
direct voor de opname.
wordt toegekend (zie
,
-varianten is ingesteld, blijft de