Aanwijzingen:
• Open het vak niet, en neem de geheugenkaart of de batterij niet
uit het vak wanneer de LED nog brandt, omdat de camera dan
nog naar het geheugen aan het wegschrijven is. Anders kunnen
de gegevens op de kaart worden beschadigd en er kunnen
fouten bij de camera optreden.
• SD-/SDHC-/SDXC-geheugenkaarten hebben een schakelaar
voor schrijfbeveiliging waarmee de bestanden tegen onopzette-
lijk opslaan en/of wissen kunnen worden beschermd. Deze
schakelaar is een schuifje op de niet afgeschuinde kant van de
kaart; in de onderste stand, die met LOCK is gemarkeerd, zijn de
gegevens beveiligd.
• Als de geheugenkaart niet kan worden geplaatst, controleer dan
of u hem goed om hebt.
• Als er een geheugenkaart in de camera zit, worden de beelden
alleen op de kaart opgeslagen. Als er geen kaart in de camera
zit, slaat hij de opnamegegevens in het interne geheugen op.
• Voor
video-opnamen (zie pagina 172) hebben geheugen-
4K
kaarten met hoge datasnelheid de voorkeur. Ze moeten minstens
de Class U3-, of V30-standaard hebben. Met langzamere kaar-
ten wordt de opname eventueel afgebroken zodra de capaci-
teitsgrens van het buffergeheugen in de camera is bereikt.
• Het aanbod van SD/SDHC/SDXC-kaarten is zo groot dat Leica
Camera AG alle verkrijgbare typen niet volledig op compatibiliteit
en kwaliteit kan controleren. Bij gebruik van andere kaarttypen
is beschadiging van camera of kaart weliswaar niet te verwach-
ten, maar omdat vooral zogenoemde „No-Name"-kaarten ten
dele niet aan de normen voor SD-/SDHC/SDXC-geheugenkaar-
ten voldoen, kan Leica Camera AG geen garantie bieden dat zij
goed zullen functioneren.
• Omdat elektromagnetische velden, elektrostatische lading
evenals defecten aan de camera of de kaart tot beschadiging of
verlies van gegevens op de geheugenkaart kunnen leiden, is het
raadzaam de gegevens regelmatig op een computer op te slaan.
NL
123