5.3
Checklist
Elke installatie is individueel verschillend. De volgende checklist bevat
een algemene beschrijving van de aanbevolen installatiestappen.
1. Afvoerslang van de binnenunit monteren.
2. Aansluiten binnenunit op de warmtepomp.
3. Deeltjesfilter overeenkomstig de systeemoplossing monteren.
4. Binnenunit op de cv-installatie aansluiten.
5. Buitentemperatuursensor en eventueel kamerthermostaat monte-
ren.
6. CAN-BUS-leiding op de warmtepomp en de binnenunit aansluiten.
7. Eventuele accessoires monteren (zonnemodule, poolmodule, enzo-
voort).
8. Sluit indien nodig de EMS-BUS-kabel op het accessoire aan.
9. Indien voorhanden, boiler vullen en ontluchten.
10. Verwarming vullen en ontluchten.
11.Installatie elektrisch aansluiten.
5.4
Hydraulische aansluiting
5.4.1
Binnenunit op warmtepomp en cv-installatie aansluiten
OPMERKING
Schade aan de installatie door resten in de leidingen!
Vaste stoffen, metaal-/kunststofspanen, hennep- en weefselbandresten
en dergelijke materialen kunnen zich in pompen, ventielen en warmte-
wisselaars afzetten.
▶ Voorkom het binnendringen van vaste stoffen in het leidingsysteem.
▶ Leidingcomponenten en -verbindingen niet direct op de vloer plaat-
sen.
▶ Zorg er bij het ontbramen voor, dat geen spannen in de leidingen ach-
terblijven.
▶ Spoel het leidingsysteem grondig door voor het aansluiten van de
warmtepomp en binnenunit, om vreemde deeltjes daaruit te verwij-
deren.
OPMERKING
Materiële schade door vorst!
Bij stroomuitval kan het water in de leidingen bevriezen.
▶ Buiten een minimaal 19 mm dikke isolatie voor de leidingen gebrui-
ken.
▶ In gebouwen moet een isolatie voor leidingen van ten minste 12 mm
dik gebruikt worden. Dit is ook voor een veilig en efficiënt warmwa-
terbedrijf belangrijk.
Alle warmtetransporterende leidingen moeten van een geschikte warm-
te-isolatie conform de geldende voorschriften worden voorzien.
Bij koelmodus moeten alle aansluitingen en leidingen conform de gel-
dende normen worden geïsoleerd, om condensatie te voorkomen.
▶ Lekwaterslang na onder in een vorstvrije afvoer leggen.
▶ Dimensioneer leidingen conform de instructies in de installatiehand-
leiding voor de warmtepomp.
▶ Leiding van de warmtepomp op de warmtedrageringang aansluiten.
▶ Leiding naar de warmtepomp op de warmtedrageruitgang aansluiten.
▶ Retour van de cv-installatie aansluiten.
▶ Aanvoer naar cv-installatie aansluiten.
EnviLine A/W IDU Monoblock E • 6721817930 (2023/03)
Installatie | 5
9