Afb. 4a
2) m inimaal1meterenmaximaal4meterverticalepijplengteincombinatiemeteen90°bochteneengeveldoorvoer
(dusgeenhorizontaaldeel;zie afb.
B ijgebruikvandezeconfi guratiehoeftunietstedoen:deluchtinlaatgeleidersnietteverwijderen;derestrictie-
schuifnietteplaatsen.
6.5.2.2 Plaatsen concentrische systeem met geveldoorvoer
Gaalsvolgttewerkbijhetplaatsenvanhetconcentrischesysteem:
Let op - Houd een afstand van minimaal 50 mm aan tussen de buitenkant van het concentrische systeem en de wanden en/
of het plafond. Als het systeem wordt ingebouwd in bijvoorbeeld een koof, dient deze rondom uitgevoerd te wor-
den in onbrandbaar materiaal;
- Gebruik hittebestendig isolatiemateriaal bij doorvoer door brandbaar materiaal;
- De rozet (montagebinnenplaat) van de geveldoorvoer is te klein om de opening van Ø 250 mm bij doorvoer door
brandbaar materiaal af te dichten. Daarom moet eerst een hittebestendige tussenplaat van voldoende grootte op
de muur worden bevestigd. Vervolgens wordt de rozet op de tussenplaat gemonteerd.
!Let op Sommige hittebestendige isolatiematerialen bevatten vluchtige componenten, die langdurig een onaangename geur
verspreiden; deze zijn niet geschikt.
Bouw het systeem op vanaf (de aansluitstomp van) het toestel;
➠
Sluit de concentrische pijpstukken en de bocht aan;
➠
Breng op elke verbinding een klemband met siliconen afdichtring aan;
➠
Zet de klemband met een parker vast aan de pijp op plaatsen die na installatie onbereikbaar zijn;
➠
Breng voldoende beugels aan, zodat het gewicht van de pijpen niet op het toestel rust;
➠
Bepaal de resterende lengte voor de geveldoorvoer;
➠
Maak de geveldoorvoer op maat.
➠
!Let op - Zorg ervoor dat de juiste insteeklengte behouden blijft;
- Plaats de geveldoorvoer met de ril/felsnaad aan de bovenkant;
- Plaats de horizontale concentrische pijpstukken onder afschot naar de geveldoorvoer ter voorkoming van inwate-
rend regenwater.
Monteer de rozet (montagebinnenplaat); zo nodig op een hittebestendige tussenplaat bij doorvoer door brandbaar
➠
materiaal.
Bevestig de geveldoorvoer vanaf de buitenzijde met vier schroeven in de daarvoor bestemde gaten.
➠
6.5.3 Toepassing met dakdoorvoer
6.5.3.1 Opbouw concentrische systeem met dakdoorvoer
Hetconcentrischesysteemmetdakdoorvoermoetaandevolgendevoorwaardenvoldoen
- D eopbouwvanhetgekozensysteemmoettoelaatbaarzijn.(Ziedehieronderbeschrevenwerkwijze);
- O phettoesteldienteerstminimaal1meterconcentrischepijpverticaalaangeslotenteworden.
Afhankelijkvandeopbouwvanhetconcentrischesysteemwordthettoestelafgestelddoorhetplaatsenvanderes-
trictieschuifen/ofhetverwijderenvandeluchtinlaatgeleiders.
Indeonderstaandewerkwijzeisaangegevenhoedetoelaatbaarheidvaneenconcentrischsysteemwordtvastge-
steldenwelkeinstellingendaarbijhoren.
Bepaal de volgende gegevens:
➠
1) H etaantalbenodigdebochten(erwordtgeenonderscheidgemaakttussen45°en90°bochten);
2) H ettotaleaantalmetershorizontalepijplengte;
3) H ettotaleaantalmetersverticaleen/ofschuinepijplengte(exclusiefdakdoorvoer).
MetdezegegevenskuntumetbehulpvanTabel1vaststellenofhetconcentrischesysteemtoelaatbaaris.
NL
8
Afb. 4b
4b).
80 -
s c e n i c s l
i n s ta l l at i e h a n d l e i d i n g