Calibration Mode (Kalibratiemodus) heeft twee opties: Input
Manually (Handmatige invoer) en Auto Correct (Automatisch
corrigeren). Auto Correct wordt momenteel niet gebruikt/
Voor handmatige invoer moet u de snelheidskabels op de I/O-kabel
aansluiten en dan op Save (Opslaan) klikken. Start het voertuig en
klik op Start. Rijd minimaal een minuut met een minimale snelheid
van 40 km/u of 25 mph. Stop het voertuig en klik op de knop Finish
(Einde). U hebt nu (op uw kilometerteller) een afstand. Voer deze
afstand in de kast in en klik op Calculate (Berekenen). Nu is uw
pulsverhouding gekalibreerd. De pulsverhouding verandert niet
zonder invoer vanuit de snelheidspuls.
Start wordt gebruikt om de analyse van uw rit te starten.
Calculate (Berekenen) wordt gebruikt om de pulsverhouding te
bepalen nadat u de afgelegde afstand hebt ingevoerd.
7.3.1.4 Mileage (Afstand)
Total Mileage (Totale afstand) geeft de totale afstand van het
voertuig weer sinds het instellen van de afstand. Met de eenheid
wordt bepaald of de waarde in mijlen of kilometers wordt
weergegeven.
Actual Mileage (Huidige afstand) is een veld dat met de hand
moet worden ingevoerd. Voer hier de huidige kilometerstand in
nadat de MDS is geï nstalleerd.
Mileage Setup (Instellingen afstand) wordt gebruikt om de
afstand naar het geheugen van de MDR te zenden. Klik op Confirm
(Bevestigen) als de waarde juist is. Klik op Clear (Wissen) om de
Total Mileage (Totale afstand) op nul te zetten. U wordt gevraagd
om uw keuze te bevestigen.
7.3.2
Snapshots (Momentopnamen)
Momentopnamen hebben betrekking op de videogegevens die op een MDR-kanaal worden weergegeven.
7.3.2.1 Time Snap (Tijdstip momentopname)
Time Snap (Tijdstip momentopname) moet zijn aangevinkt om
alle opties in te schakelen. U kunt maximaal 8 tijdstippen invoeren.
Standaard zijn tijdstippen voor momentopnamen uitgeschakeld.
Met Delete (Verwijderen) wordt een tijdstip verwijderd.
Tijdstip 1 kan niet worden verwijderd.
In Snap Link Setup (Instellen koppeling tijdstip
momentopname) wordt een tijdstip voor een momentopname
ingesteld.
Start time (Starttijd) is het tijdstip waarop de momentopname
moet starten.
End time (Eindtijd) is het tijdstip waarop de momentopname moet
eindigen.
Er is geen beperking in het aantal momentopnamen, maar hiervoor
wordt dezelfde opslag gebruikt als voor de opnamen. Is de opslag
vol, zal de oudste momentopname worden overschreven.
Momentopnamen worden opgeslagen op voertuigregistratie en tijd.
Als een momentopname naar een USB-flashdrive wordt
geëxporteerd: Er wordt een map picture (afbeelding) in het pad
F:\MDR-504xx-500\"vehicle registration"\"date"\picture aangemaakt.
Channel (Kanaal) is het kanaal waarvoor het tijdstip wordt
ingesteld.
Met Snap Enable (Momentopname inschakelen) wordt bepaald
of tijdstippen voor momentopnamen voor dat kanaal zijn
ingeschakeld. Om andere menuopties in te schakelen, moet dit veld
aangevinkt zijn.
Resolution (Resolutie) is de resolutie van de tijdopname. De
opties zijn: CIF, WCIF, HD1, WHD1, D1, WD1 en AHD (720p
en1080p). Dit is afhankelijk van de invoerresolutie van de op de
MDR aangesloten camera's.
Quality (Kwaliteit) is de kwaliteit van de afbeelding van de
momentopname. Er zijn 8 niveaus. Hierbij staat niveau 1 voor de
beste kwaliteit en niveau 8 voor de slechtste. Standaard is dit 1.
Snap Count (Aantal momentopnamen) is het aantal
momentopnamen dat wordt genomen. Er kunnen gedurende
minimaal 5 seconden maximaal 3 momentopnamen wordne
Snelheidspuls Afbeelding 73
Afstand Afbeelding 74
Tijdstip momentopname Afbeelding 75
Instelling momentopnamen Afbeelding 76
29