• Ga naar
Alias voor toegangspunt
geactiveerde toegangspunt in en druk op OK.
• Ga naar
GPRS-toegangspunt
OK.
De naam van een toegangspunt is nodig om een verbinding met een GPRS-netwerk tot stand te
brengen. U kunt de naam van het toegangspunt verkrijgen bij de netwerkexploitant of
serviceprovider.
U kunt de GPRS-inbelinstellingen (naam van toegangspunt) ook configureren op de pc met behulp van
de software Nokia Modem Options. Zie Modeminstallatie op pagina 117. Als u de instellingen op zowel
de pc als de telefoon hebt geconfigureerd, worden de instellingen van de pc gebruikt.
Beveiligingsinstellingen
Opmerking: Wanneer beveiligingsfuncties zijn ingeschakeld die oproepen beperken (zoals Oproepen
blokkeren, Besloten gebruikersgroepen en Vaste nummers), kunnen in sommige netwerken nog wel
bepaalde alarmnummers gekozen worden (bijvoorbeeld 112 of een ander officieel alarmnummer).
Druk op
Menu
en selecteer achtereenvolgens
•
PIN-code vragen
als u de telefoon wilt instellen om naar de PIN-code te vragen wanneer de
telefoon wordt ingeschakeld. Sommige SIM-kaarten ondersteunen het uitschakelen van de PIN-
code niet.
•
Oproepen blokkeren
Hiervoor hebt u het blokkeerwachtwoord nodig.
•
Vaste nummers
als u uitgaande oproepen wilt beperken tot geselecteerde telefoonnummers als dit
door uw SIM-kaart wordt ondersteund. Hiervoor hebt u de PIN2-code nodig.
en druk op
en druk op Bewerk. Toets de naam van het toegangspunt in en druk op
(netwerkdienst) als u inkomende en uitgaande oproepen wilt beperken.
Wijz.
al.. Toets de gewenste naam voor het
Instellingen
en Beveiligingsinstellingen. Selecteer
Copyright © 2002 Nokia. All rights reserved.
75