BEDIENING
4 - Voorgloeisysteem en
motorstoring
Voorgloeisysteem
Bij een koude motor licht het controle-
lampje op bij het inschakelen van de vaar-
stand (ontsteking aan).
Indien het controlelampje niet gaat bran-
den, dan zit er een fout in het voorgloei-
systeem – vraag dan deskundige hulp.
Start de motor onmiddellijk nadat het
lampje gedoofd is – zie pagina 6.
De motor kan ook zondervoorgloeien on-
middellijk gestart worden, maar dan moet
men rekening houden met een iets moeilij-
ker starten.
Bij een warme motor licht het voorgloei-
controlelampje niet op – de motor kan
onmiddellijk gestart worden.
Motorstoring
Indien er zich tijdens het varen een storing
voordoet in de motorregeling dan wordt dat
aangegeven door het knipperen van het
controlelampje – de motor moet dan onmid-
dellijk nagezien worden door een VW-
Marine Service Partner.
16
ADT dieseltechniek, www.adtbv.nl
16
5 - Motoroliedruk
Het controlelampje licht op bij het inschake-
len van de ontsteking. Het lampje moet na
het aanslaan van de motor terug doven.
Indien het controlelampje voor de
motoroliedruk oplicht of knippert
tijdens het bedrijf:
1 - Schakel de motor onmiddellijk uit, want
de motorsmering kan onderbroken zijn.
2 - Controleer dan het motor-oliepeil (zie
pagina 40). Indien het oliepeil in orde is,
neem dan contact op met de dichtstbij-
zijnde VW-Marine Service Partner.
Als bijkomende waarschuwing weerklinkt
er op hetzelfde moment een geluidssignaal
dat u met schakelaar A kunt uitschakelen.
Indien de fouten niet verholpen worden,
weerklinkt na korte tijd opnieuw het geluids-
signaal.
Het af en toe knipperen van het controle-
lampje bij warme, stationair draaiende
motor is van geen betekenis wanneer het
lampje bij toenemend toerental opnieuw
dooft.
Het controlelampje van de oliedruk
is geen indicatie van het oliepeil!
Daarom moet het oliepeil op regel-
matige afstanden, best voor elk uit-
lopen, gecontroleerd worden.
BEDIENING