2.
1. HDMI-uit-poort
In de volgende omstandigheden mag u een HDMI-weergaveapparaat niet
aansluiten of loskoppelen:
Wanneer u een televisie of externe monitor aansluit op de HDMI-poort,
moet het beelduitvoerapparaat zijn ingesteld op HDMI.
Wanneer u de HDMI-kabel loskoppelt en weer aansluit, dient u minstens 5
seconden te wachten voordat u de HDMI-kabel weer aansluit.
Als u het beelduitvoerapparaat wijzigt via een functietoets, wordt mogelijk
niet automatisch naar het andere afspeelapparaat geschakeld. In dit geval
stelt u het afspeelapparaat in op hetzelfde apparaat als het
beelduitvoerapparaat door het afspeelapparaat als volgt aan te passen:
1. Klik op Bureaublad -> Desktop Assist (op taakbalk) ->
Configuratiescherm -> Hardware en geluiden -> Geluid.
2. Selecteer op het tabblad Afspelen het afspeelapparaat waarnaar u wilt
schakelen.
3. Selecteer Luidsprekers om de interne luidsprekers van uw computer te
gebruiken. Als u de televisie of externe monitor wilt gebruiken die u op de
computer hebt aangesloten, selecteert u een ander afspeelapparaat.
4. Klik op de knop Als standaard instellen indien beschikbaar.
5. Klik op OK om het dialoogvenster Geluid te sluiten.
Instellingen voor beeldweergave op HDMI
Als u beelden op een HDMI-apparaat wilt weergeven, dient u de volgende
instellingen te configureren. Als u dit niet doet, wordt er mogelijk niets
weergegeven.
Gebruik voordat u de video gaat afspelen de functietoets om het
weergaveapparaat te selecteren. Kies tijdens het afspelen geen ander
weergaveapparaat.
Gebruikershandleiding
Sluit het andere uiteinde van de HDMI-kabel aan op de HDMI-uit-poort
van de computer.
Afbeelding 4-8 De HDMI-uit-poort aansluiten
Het systeem wordt opgestart.
Het systeem wordt afgesloten.
1
2
2. HDMI-kabel
4-17