Wanneer de stroomstoring langer duurt, schakelt het apparaat over op STOP, een zoemtoon
signaleert de fout en op de display verschijnt de melding PF, afgewisseld met de gemeten
temperatuur. Druk gedurende een seconde op de knop START/STOP (5) om de eerder ingestelde
functies te herstellen.
Voorbereiding van het frituurproces (afb. 15, 16 - blz. 5)
Allereerst moeten alle oppervlakten van de binnenpan die met olie in aanraking komen zorgvuldig
worden schoongemaakt volgens de aanwijzingen uit het hoofdstuk "Reiniging". Controleer of de
afvoerkraan (1) goed gesloten is en vul de binnenpan vervolgens met olie.
De oliestand moet zich tussen de aanduidingen voor het minimum- en maximumniveau (2)
bevinden en moet ook tijdens het frituren bijgehouden worden. Nu kunt u de friteuse inschakelen
en het apparaat op de gewenste temperatuur instellen.
Wanneer u vast frituurvet gebruikt, moet u dit eerst verdelen in kleinere stukken en langzaam laten
smelten, anders kan oververhitting optreden in de buurt van het verwarmingselement, waardoor een
gevaarlijke situatie kan ontstaan.
Verwijder eerst de mandjes en de bodemzeef (3) en plaats vervolgens de stukken frituurvet in de
binnenpan en zet het apparaat gedurende een minuut aan.
Wacht vervolgens drie minuten en herhaal deze handeling totdat al het vaste frituurvet gesmolten
is. Pas wanneer het frituurvet vloeibaar is geworden en de vereiste stand heeft bereikt, kunt u de
benodigde frituurtemperatuur instellen.
Gebruik van het apparaat
Vervang de olie regelmatig, het is niet toegestaan om te frituren in donkere en dikke olie.
Vul de frituurmanden nooit met meer dan 50% van hun capaciteit. Hierdoor verloopt het bakproces
sneller en dringt er slechts weinig olie in de gerechten.
Wanneer de gerechten in de mand onvoldoende droog zijn, kan het gebeuren dat de olie plotseling opzwelt
Haal in dat geval het
en er overmatige schuimvorming optreedt door de verbinding van water met olie.
mandje uit de olie en wacht tot het schuim is weggetrokken.
Regelmatig filteren van de olie (Afb. 17 - blz. 5)
Tijdens het frituurproces komen altijd kleine stukjes van de gerechten vrij. De grootste slaan neer
op de bodemzeef (3), de kleinste zinken naar het koele gedeelte op de bodem van de binnenpan.
Om te voorkomen dat de olie en de gerechten verontreinigd raken met verbrande restjes, moet u
deze regelmatig verwijderen. Nadat de olie is afgekoeld tilt u de bodemzeef zo voorzichtig
mogelijk omhoog, zodat de grotere resten niet in de olie achterblijven. Open vervolgens de
afvoerkraan (4) en zorg ervoor dat de zeef (5) zich op het schaaltje (6) onder de afvoerbuis bevindt.
Laat alle olie weglopen. Wanneer de olie na deze handeling nog niet voldoende schoon is, filter de
olie dan nogmaals. Maak de binnenpan daarna schoon, sluit de afvoerkraan en vul de binnenpan
opnieuw met olie.
Blz. 17