1Apparaat bedienen
U heeft de bedieningselementen en hun werking al
A p p a r a a t b e d i e n e n
leren kennen. Nu leggen we uit hoe u het apparaat
instelt.
Apparaat in- en uitschakelen
De functiekeuzeknop schakelt het apparaat in en uit.
Zodra u hem in een positie buiten de nulstand draait, is
het apparaat ingeschakeld. Om het apparaat uit te
schakelen de functiekeuzeknop altijd in de nulstand
draaien.
Verwarmingsmethode en temperatuur
instellen
Met de functiekeuze- en temperatuurknop stelt u het
apparaat heel eenvoudig in. In der tabel met de
verwarmingsmethoden vindt u voor elk gerecht de
methode die het meest geschikt is.
Voorbeeld in de afbeelding: boven- en onderwarmte %
bij 190°C.
Met de functiekeuzeknop de verwarmingsmethode
1.
instellen.
Met de temperatuurknop de temperatuur of
2.
grillstand instellen.
Na enkele seconden begint de oven op te warmen.
Om de oven uit te schakelen de functiekeuzeknop op
nul zetten.
Wijzigen
U kunt de verwarmingsmethode en de temperatuur op
elk moment met de daarvoor bestemde knop
veranderen.
Snel voorverwarmen
Met de functie Snel voorverwarmen kunt u de
opwarmtijd verkorten.
Gebruik Snel voorverwarmen alleen bij ingestelde
temperaturen van boven de 100 °C.
Om een gelijkmatig resultaat te krijgen, plaatst u het
gerecht pas in de binnenruimte wanneer het snel
voorverwarmen beëindigd is.
De functiekeuzeknop op J zetten.
1.
Met de temperatuurknop de temperatuur instellen.
2.
Na enkele seconden begint de oven op te warmen.
Wanneer het snel voorverwarmen is beëindigd, klinkt er
een signaal. Plaats het gerecht in de binnenruimte.
Gebruik hierna het best:
› 3D-hetelucht
■
DReinigen
W anneer uw apparaat goed wordt onderhouden en
R e i n i g e n
schoongemaakt blijft het er lang mooi uitzien en goed
functioneren. Hier leggen we uit hoe u het apparaat
goed onderhoudt en schoonmaakt.
Geschikte schoonmaakmiddelen
Let op de opgaven in de tabellen om te voorkomen dat
de verschillende oppervlakken door verkeerde
schoonmaakmiddelen worden beschadigd. Afhankelijk
van het apparaattype zijn bij uw apparaat niet alle
voorzieningen beschikbaar.
Attentie!
Oppervlakteschade
Gebruik geen
scherpe of schurende schoonmaakmiddelen,
■
sterk alcoholhoudende schoonmaakmiddelen,
■
harde schuur- of schoonmaaksponsjes,
■
hogedrukreiniger of stoomreiniger of
■
speciale schoonmaakmiddelen voor de
■
warmtereiniging.
Was nieuwe vaatdoekjes voor gebruik grondig uit.
Tip: Bijzonder aanbevelenswaardige schoonmaak- en
verzorgingsmiddelen kunt u kopen bij de servicedienst.
Houd u aan de betreffende aanwijzingen van de
fabrikant.
:
Waarschuwing – Risico van verbranding!
Het toestel wordt zeer heet. Nooit de hete vlakken in de
binnenruimte of verwarmingselementen aanraken. Het
apparaat altijd laten afkoelen. Zorg ervoor dat er geen
kinderen in de buurt zijn.
Bereik
Schoonmaken
Buitenzijde apparaat
Voorzijde van
Warm zeepsop:
roestvrij staal
Met een schoonmaakdoekje reinigen en met een
zachte doek nadrogen.
Kalk, vet, zetmeel en eiwitvlekken onmiddellijk
verwijderen. Onder zulke vlekken kan corrosie
ontstaan.
Bij de servicedienst of in de vakhandel zijn speci-
ale schoonmaakmiddelen voor roestvrij staal ver-
krijgbaar die geschikt zijn voor warme
oppervlakken. Het schoonmaakmiddel heel dun
opbrengen met een zachte doek.
Knststof
Warm zeepsop:
Met een schoonmaakdoekje reinigen en met een
zachte doek nadrogen.
Geen glasreiniger of schraper gebruiken.
Gelakte opper-
Warm zeepsop:
vlakken
Met een schoonmaakdoekje reinigen en met een
zachte doek nadrogen.
Bedieningspaneel Warm zeepsop:
Met een schoonmaakdoekje reinigen en met een
zachte doek nadrogen.
Geen glasreiniger of schraper gebruiken.
Apparaat bedienen
13
nl