NL
3.1.4 Neerlaatknop
Mocht de handbediening beschadigd zijn, dan kan de hefarm vanuit de
controle box worden neergelaten.
De hefarm beweegt naar beneden zolang op de knop (3) van het
bedieningspaneel op de controle box wordt gedrukt.
3.1.5 Verplaatsen van de patiëntenlift
VOORZICHTIG
• Wees voorzichtig wanneer u langs beperkte
doorgangen gaat (bijv. deuren).
1. Ga achter de patiëntenlift staan en grijp de
duwbeugels (links en rechts, naast de controle
box) met beide handen vast.
2. Controleer of beide remmen van de achterste
wielen los zijn.
3. Schuif de patiëntenlift langzaam in de gewenste
stand.
In onbelaste toestand kunt u de patiëntenlift het beste
achterwaarts rijden zodat hindernissen (bijvoorbeeld
deurkozijnen, kamerhoeken of meubilair) gemakkelijker
kunnen worden omzeild.
3.1.6 De patiëntenlift rond zijn as draaien
VOORZICHTIG
• Zorg ervoor dat er zich geen personen of
voorwerpen binnen het draaibereik van de
patiëntenlift bevinden.
• Draai de patiëntenlift voorzichtig en traag rond zijn
as zodat de patiënt niet naar buiten geslingerd kan
worden.
1. Open de benen van de patiëntenlift om meer
stabiliteit te geven.
2. Activeer de remmen.
3. Plaats de patiënt in de patiëntenlift met de
geschikte tilband (verwijs naar de handleiding van
de tilbanden voor de instructies hoe de patiënt in
de patiëntenlift te plaatsen).
4. Hef de patiënt van de grond, stoel, bed, ....
5. Maak beide remmen van de achterwielen los.
6. Ga achter de patiëntenlift staan en grijp de duwbeugels (links en rechts, naast de
controlebox) met beide handen vast.
7. Draai nu de patiëntenlift voorzichtig, traag rond op dezelfde plaats. Zorg ervoor dat u geen
voorwerpen raakt met de benen van de patiëntenlift.
8. Wanneer u in de goede positie bent rondgedraaid, kan u de patiënt terug neerlaten.
Gevaar voor letsel
Gevaar voor letsel
6
Falcon
2022-10
De patiëntenlift gebruiken
3