Bij MAN-aanvoer bestaat gevaar
voor snij-, kneuzing- of levensge-
vaar bij het onderschrijden van het
toegestane toerentalbereik door
werkstukterugslag.
Bij MAN-aanvoer het toegestane
toerentalbereik niet onderschrijden.
4.3.1. Aanduiding van boor‑ en
zetgereedschappen.
A: merknaam/producent
B: artikelnummer/freesnummer
C: dimensie [mm] en aanduiding MAN/MEC
D: maximaal toerental of toegestaan
toerentalgebied [1/min] bijv. n max. 10100
Het opschrift bevindt zich op het gereedschap
of bij zetgereedschappen op het spanmiddel.
4.4. Bewerkingskengetallen
Breuk van het gereedschap door
overbelasting.
Snij-, kneuzing- of levensgevaar
door wegvliegende onderdelen.
Let erop dat de bewerkingsvibra-
ties zo klein mogelijk zijn.
Corrigeer indien nodig toerental,
aanvoersnelheid en snedediepte.
Verbeter de stabiliteit van de
klemming van het werkstuk.
4.5. Oorzaken van een mogelijke snijkant-,
resp. gereedschapsbreuk
Volgende oorzaken kunnen tot een snijkant-
of gereedschapsbreuk leiden:
slijpscheuren of verandering van de
-
snedegeometrie door onkundig naslijpen
schokkerige bewegingen van het
-
werkstuk
beknelling van het gereedschap door
-
losgefreesde delen (vooral bij opdelen)
oververhitting door wrijving als gevolg van
-
een te lage aanvoersnelheid, te weinig
snedediepte of botte snijkanten
te grote aanvoersnelheid
-
te grote snedediepte
-
onvoldoende klemming van het gereed-
-
schap
vibraties in de machine
-
Door te hoge snelheden tijdens de
bewerking, kan materiële schade
aan het gereedschap ontstaan.
Controleer voor elk gebruik van het
gereedschap alle
bewerkingsgegevens en pas deze
zo nodig aan of verlaag deze.
11 / 21