Neonaatmodus
De Neonatale modus wordt aangegeven door dit pictogram:
De Neonaatmodus heeft als standaard instelpunt (Set Point, SP) een
temperatuur van 33,5 °C (92,3 °F).
Indien vereist door het klinisch protocol wijzigt u het instelpunt door
gebruik te maken van de instelpunttoets op het hoofdscherm: Zie voor
meer informatie pagina 60.
OPMERKING: Als de machine wordt uitgeschakeld en een tijd verstrijkt van
minimaal 10 minuten, gaat het instelpunt terug naar de fabrieksinstelling van
33,5 °C voor TTM in neonaatmodus.
In de neonaatmodus, wanneer de melding "Kern display te laag" (kernwaarde te
laag) wordt weergegeven, wat aangeeft dat de kernwaarde minimaal 2,0 °C
onder het instelpunt is of de kerntemperatuur van de patiënt lager is dan
31,0 °C, gebeurt het volgende: Thermoregulatie wordt gepauzeerd en het water
stopt met naar de wrap stromen.
Zie voor meer informatie pagina 80.
Volwassenenmodus
De volwassenenmodus wordt aangegeven door dit pictogram:
De volwassenenmodus heeft als standaard instelpunt (Set Point, SP) een
temperatuur van 33,0 °C (91,4 °F).
Wijzig indien vereist het instelpunt door de instelpunttoets
op het hoofdscherm te gebruiken (zie rechts).
OPMERKING: Als de machine wordt uitgeschakeld en een tijd verstrijkt van
minimaal tien minuten, gaat het instelpunt terug naar de fabrieksinstelling van
33,0 °C voor TTM in de volwassenenmodus.
De standaard instelpunttemperatuur kan ook worden gewijzigd en wordt dan bij
het opnieuw opstarten het nieuwe instelpunt in de volwassenenmodus. Om de
standaard instelpunttemperatuur voor de volwassenenmodus te wijzigen, drukt u
op Instellingen. U wordt gevraagd om de toegangscode in te vullen, die u kunt
vinden in de handleiding onder Instellingen op pagina 55. Voer de code in en
druk dan op OK.
Instellingenscherm 1 wordt weergegeven.
DDT136039 Rev. 001
Belmont Medical Technologies
Hoofdstuk 4: Gebruiksaanwijzing
Pagina 48 van 122