Onderhoud en verzorging
2.
Houdt de vijl horizontaal in de beiteltand en vijl in één rich-
ting.
3.
Vijl totdat de bovenrand van de beiteltand en de zijranden
van de bijtel scherp zijn zonder bramen.
4.
Plaats de diktemeter (B) stevig op het snijvlak met 0,65 mm
sleuf en het uiteinde tegen de dieptemeter van de voorste
beiteltand. Vijl de beiteltand met een platte vijl totdat deze
gelijk is met de bovenrand van de dieptemaat.
5.
Voltooi het slijpen van de beitel door de voorrand (C) van de
beiteltand met de platte vijl af te ronden.
6.
Een goed gevijlde beiteltand ziet eruit als afgebeeld.
D: Beiteltandhoek 30°
E: Beiteltandslijphoek 55°
F: Dieptemaat 0,65 mm
G: Parallel
7.
Breng schone olie aan en draai de zaagketting langzaam
rond om vijlsel weg te wassen.
8.
Als de zaagketting bedekt is door of verstopt is met hars, rei-
nigt u de ketting in kerosine, en laat hem vervolgens in olie
inweken.
23