6.2 Isolatieweerstand beeldscherm / circuit- en aansluitinstellingen
Metingen dienen alleen uitgevoerd te worden bij stroomloze circuits!
Voor isolatieweerstandmetingen!
1. Draai de draaischakelaar in de INSULATION positie.
2. Gebruik de L en N klemmen (rood en zwart) voor deze test.
3. Gebruik F1 om de testspanning te selecteren. De meeste isolatietesten worden uitgevoerd
bij een spanning van 500V. Houd altijd rekening met de plaatselijke testvoorschriften.
4. Houd de Test toets ingedrukt tot de meetwaarde gestabiliseerd is en het apparaat piept.
Opmerking:
De test wordt geblokkeerd, zodra er spanning in de geleider gedetecteerd wordt.
Het hoofdscherm (bovenste) toont de isolatieweerstand.
Het secundaire scherm (onderste) toont de actuele testspanning.
Opmerking:
Voor een normale isolatie met een hoge weertand, dient de actuele testspanning (UL) gelijk
te zijn als of hoger te zijn dan de ingestelde spanning. Bij een slechte isolatieweerstand wordt
de testspanning automatisch verlaagd om de teststroom te verlagen daarmee de bereiken te
beschermen.
6.3 Gebruik van de RE functie
GEBRUIKSAANWIJZING Installatietester PCE-ITE 50
WAARSCHUWING!
42