Inhoudsopgave
Advertenties
Bedieningshandleiding
0,7 / 10,15
0,9 / 13,05
1,0 / 14,5
Er wordt geen vertraging geactiveerd als de inlaatdruk voor een waarde gelijk of groter dan 1 bar tot onder het setpoint
alarm lage druk daalt. Voor alle modi (koelen, koelen/glycol, ijs, warmtepomp) zijn er vijf automatische resets alarmen (van
zowel transductors als schakelaars). Deze alarmen schakelen de compressor zonder signalering uit (alarmrelais niet
geactiveerd). Alleen de zesde is een handmatige reset van het alarm. Het alarm "Lage inlaatdruk" wordt gedeactiveerd
tijdens de voorontluchtingscycli en tijdens het afpompen.
Bij de start van de compressor (na de voorontluchtingscycli) wordt het alarm "Lage inlaatdruk" gedeactiveerd als er een
start bij lage buitentemperatuur is gedetecteerd. Voor de herstart van het systeem moet het alarm handmatig wor den
gereset.
•
Lage oliedruk. Een alarm "Lage oliedruk" zal de compressor uitschakelen als de oliedruk tijdens de werking en bij de
start van de compressor voor meer dan een instelbare tijd onder de volgende drempelwaarden blijft.
Inlaatdruk*1,1 + 1 bar bij minimale belasting compressor
Inlaatdruk*1,5 + 1 bar bij volledige belasting compressor
Geïnterpoleerde waarden bij tussenliggende belasting compressor
Voor de herstart van het systeem moet het alarm handmatig worden gereset
•
Hoog drukverschil olie. Een alarm "Hoog drukverschil olie" zal de compressor uitschakelen als het verschil tussen de
uitlaatdruk en de oliedruk gedurende een tijd langer dan een instelbare waarde boven een instelbaar setpoint blijft
(standaard:2,5 bar). Voor de herstart van het systeem moet het alarm handmatig worden gereset.
•
Lage drukverhouding. Een alarm "Lage drukverhouding" zal de compressor uitschakelen als de drukverhouding
gedurende een tijd langer dan een instelbare waarde bij nominale belasting van de compressor onder een inst elbare
drempelwaarde blijft. Voor de herstart van het systeem moet het alarm handmatig worden gereset.
•
Storing start compressor. Een alarm "Mislukte overgang of alarm starter" zal de compressor uitschakelen als de
schakelaar voor overgang/starter langer dan 10 seconden na de start van de compressor open blijft. Voor de herstart
van het systeem moet het alarm handmatig worden gereset.
•
Overbelasting compressor of motorbeveiliging. Een alarm "Overbelasting compressor" zal de compressor
uitschakelen als de overbelastingsschakelaar langer dan 5 seconden na de start van de compressor open blijft. Voor
de herstart van het systeem moet het alarm handmatig worden gereset.
•
Storing slavekaart. Een alarm "Systeem xx offline" zal de compressoren slave uitschakelen als de masterkaart
gedurende een tijd langer dan 30 seconden niet kan communiceren met de slavekaarten. Voor de herstart van het
systeem moet het alarm handmatig worden gereset.
•
Storing masterkaart of netwerkcommunicatie. Een alarm "Master offline" zal de compressoren slave uitschakelen als
de slavekaart gedurende een tijd langer dan 30 seconden niet kan communiceren met de masterkaart.
•
Storing sensor. Een "Storing sensor" zal de compressor uitschakelen als de aflezing van een van de volgende
sensoren het toelaatbare bereik van de sensor voor meer dan tien seconden verlaat.
-
Oliedruksensor
-
Lagedruksensor
-
Inlaattemperatuursensor
-
Uitlaattemperatuursensor
-
Uitlaatdruksensor
De defecte sensor wordt aangegeven op het display van de controller.
•
Storing hulpsignaal. De compressor wordt uitgeschakeld als één van de volgende digitale ingangen langer dan een
instelbare tijd wordt geopend (standaard=10 sec.).
-
Storing fasebewaking of aarding compressor
-
Alarm frequentieregelaar
6.3 Andere oorzaken van uitschakelen
Andere oorzaken van uitschakelen kunnen bepaalde functies deactiveren, zoals hieronder beschreven (bijv. uitschakelen
warmteterugwinning). De uitbreiding met optionele uitbreidingskaarten activeert ook de alarmen voor communicatie met
de uitbreidingskaarten en met sensoren die op de uitbreidingskaarten zijn aangesloten. Voor systemen met een
elektronische expansieklep zullen alle kritieke alarmen van drivers de compressoren uitschakelen.
EWYD_BZ
80
40
0
D-EOMCP00104-14_02NL
35/37
Advertenties
Inhoudsopgave
