Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Alarmen En Problemen Oplossen; Uitschakelingen Systeem; Uitschakelingen Compressoren - Daikin EWYD BZ Bedieningshandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

D-EOMCP00104-14_02NL
6

ALARMEN EN PROBLEMEN OPLOSSEN

6.1 Uitschakelingen systeem

Uitschakelingen van het systeem worden veroorzaakt door:
Laag debiet verdamper. Een alarm "Laag debiet verdamper" zal het gehele systeem uitschakelen als de
debietregelaar van de verdamper langer dan een instelbare waarde geopend blijft; het alarm wordt driemaal
automatisch gereset als de debietregelaar van de verdamper gedurende meer dan 30 seconden sluit. De start na het
vierde alarm moet handmatig gereset worden.
Lage uitlaattemperatuur verdamper. Een alarm "Lage uitlaattemperatuur verdamper" zal het gehele systeem
uitschakelen zodra de wateruitlaattemperatuur van de verdamper onder het setpoint vorstalarm daalt. Voor de herstart
van het systeem moet het alarm handmatig worden gereset.
Storing Phase-Voltage Monitor (PVM) of Ground Protection (GPF). Een alarm "Onjuiste fase/spanning of Onjuiste
Aarding" zal het gehele systeem uitschakelen zodra de fasebeveiligingsschakelaar na een startverzoek van het
systeem opent (in geval van een eenfasige bewaking). Voor de herstart van het systeem moet het alarm handmatig
worden gereset.
Storing wateruitlaattemperatuur verdamper. Een alarm "Storing wateruitlaattemperatuur verdamper" zal het gehele
systeem uitschakelen als de meting van de wateruitlaattemperatuur van de verdamper het toelaatbare bereik van de
sonde verlaat gedurende een tijd langer dan tien seconden. Voor de herstart van het systeem moet het alarm
handmatig worden gereset.
Extern alarm (indien actief). Een "Extern alarm" zal het gehele systeem uitschakelen zodra de externe
alarmschakelaar sluit na een verzoek voor de start van ht systeem en mits de uitschakeling van het systeem door
extern alarm is ingesteld. Voor de herstart van het systeem moet het alarm handmatig worden gereset.
Storing sonde. Een alarm "Storing sonde" zal het systeem uitschakelen als de aflezing van een van de onderstaande
sondes het toelaatbare bereik verlaat voor een tijd langer dan tien seconden.
-
Sonde wateruitlaattemperatuur verdamper #1 (op 2 verdampersystemen)
-
Sonde wateruitlaattemperatuur verdamper #2 (op 2 verdampersystemen)
Het display van de controller toont de identificatie van de gestoorde sonde

6.2 Uitschakelingen compressoren

De uitschakelingen van de compressoren worden veroorzaakt door:
Mechanische hoge druk. Een alarm "Hogedrukschakelaar" zal de compressor uitschakelen zodra de
hogedrukschakelaar opent. Voor de herstart van het systeem moet het alarm handmatig worden gereset (na de
handmatige reset van de drukregelaar).
Hoge uitlaatdruk. Een alarm "Hoge uitlaatdruk" zal de compressor uitschakelen zodra de uitlaatdruk van de
compressor het instelbare setpoint hoge druk overschrijdt. Voor de herstart van het systeem moet het alarm handmatig
worden gereset
Hoge uitlaattemperatuur. Een alarm "Hoge uitlaattemperatuur" zal de compressor uitschakelen zodra de
uitlaattemperatuur van de compressor het instelbare setpoint hoge temperatuur overschrijdt. Voor de herstart van het
systeem moet het alarm handmatig worden gereset.
Lage uitlaattemperatuur verdamper. Een alarm "Lage uitlaattemperatuur verdamper" zal de compressor uitschakelen
zodra de wateruitlaattemperatuur van de verdamper onder de instelbare drempelwaarde vorstalarm daalt. Voor de
herstart van het systeem moet het alarm handmatig worden gereset.
Lage mechanische druk. Een alarm "Lagedrukschakelaar" zal de compressor uitschakelen als de lagedrukschakelaar
tijdens de werking van de compressor voor meer dan 40 seconden opent. Voor alle modi (koelen, koelen/glycol, ijs,
warmtepomp) zijn er vijf automatische resets alarmen (van zowel transductors als schakelaars). Deze alarmen
schakelen de compressor zonder signalering uit (alarmrelais niet geactiveerd). Alleen de zesde zal een handmatige
reset van het alarm zijn. Het alarm "Lagedrukschakelaar" is gedeactiveerd tijdens de cyclus voor voorontluchting en
tijdens het afpompen. Bij de start van de compressor (aan het einde van de voorontluchtingscycli) wordt het alarm
"Lagedrukschakelaar" gedeactiveerd als een start bij lage buitentemperatuur is gedetecteerd, anders vindt er een
vertraging van 120 sec. plaats. Voor de herstart van het systeem moet het alarm handmatig worden gereset.
Lage inlaatdruk. Een alarm "Lage inlaatdruk" zal de compressor uitschakelen wanneer de inlaatdruk van de
compressor gedurende een tijd langer dan aangegeven in de onderstaande tabel onder een instelbaar setpoint voor
alarm lage druk blijft. Vertraging alarm lage inlaatdruk
Setpoint lage druk - Inlaatdruk
(bar / psi)
0,1 / 1,45
0,3 / 4,35
0,5 / 7,25
34/37
Vertraging alarm
(seconden)
160
140
100
Bedieningshandleiding
EWYD_BZ

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave