12.5.
Beoordeling met differentiewaarden
12.5.1. 2 grenswaarden door weging invoeren
Belangrijke opmerking!
De ondergrenswaarde dient altijd als eerste te worden ingevoerd, pas dan de
bovengrens
.
Bediening
1. Functie wegen met tolerantie
activeren
[2.SEL.2] of [2.SEL.3]
(zie hoofdstuk 7).
2. Verplichte keuze van parameters
of
zo lang drukken totdat het symbool [23.�
P
.2] of [24.�TXP.2] verschijnt;
1
volgende willekeurige instellingen (zie
hoofdstuk 12.3) verlopen vergelijkbaar
3. Functiemenu verlaten
PES/PEJ-BA-nl-1718
Aanduiding
r�SEL�2
2q�CQ. � 1
Parameterkeuze voor 2 grenspunten:
2s�P . � 2
Parameterkeuze voor differentiewaarde:
2t�TXP. � 2
a
De weegschaal staat nu in de modus
weging
met
tolerantieteken ( ) verschijnt
�
�
1
�
�
z0
��
g
tolerantie;
het
69