3
Opbouw en werking
3.1 Beschrijving van het apparaat
De lokale airconditioner bestaat uit een compacte
behuizing en 2 uitlaatslangen voor de warmteaf-
voer/-opname.
De in het apparaat geplaatste condensor zorgt er
tijdens het koelen voor dat uit de ruimte opge-
nomen warmte aan de buitenlucht wordt afge-
geven. Tijdens het verwarmen kan de door de ver-
damper opgenomen warmte aan de te verwarmen
ruimte worden afgegeven via de verdamper die
eveneens is geïntegreerd. Indien de onttrokken
warmtehoeveelheid uit de buitenlucht ontoereikend
is, schakelt de ingebouwde elektrische hulpverwar-
ming automatisch in. Deze kan ook handbediend
via de infrarood-afstandsbediening als 'booster'
B
A
Afb. 3: Werking van het apparaat
A: Luchtinlaat
worden gebruikt om zo snel mogelijk de gewenste
waarde te bereiken. In beide bedrijfsmodi wordt de
door de compressor te leveren capaciteit exact
aangepast aan de vraag en wordt de temperatuur
met minimale schommelingen naar de gewenste
waarde geregeld. Vergeleken met conventionele
lokale airconditioners wordt met deze 'invertertech-
nologie' energie bespaard en wordt de geluidspro-
ductie teruggebracht tot een zeer laag niveau.
De airconditioner is ontworpen voor gebruik
binnen, onderaan de wand. De bediening vindt
plaats met een infrarood-afstandsbediening.
De airconditioner bestaat uit een compressor, ver-
damper, lamellencondensor, verdamper- en con-
densorventilator en condensbak, voorzien van een
regeling.
A
B
A
B: Luchtuitlaat
B
A
9