Indicators
1
STATUS-indicator
De STATUS-indicator toont de aan/uit status van het toestel.
STATUS
Brandt groen: Het toestel staat aan
STATUS
Brandt rood: Het toestel staat uit (met HDMI
instelling of Network Standby ingeschakeld)
STATUS
Uit: Het toestel staat uit
2
Audio-ingangsindicator
De bijbehorende indicator brandt om aan te geven welke
audio-signaalbron is geselecteerd.
Voorbeeld: wanneer de tv is geselecteerd
TV
HDMI
ANALOG
BLUETOOTH
Brandt
Weer te geven signaalbron
TV
Tv-audio
Audio van een apparaat dat is verbonden
HDMI
met de HDMI IN-aansluiting
Audio van een apparaat dat is verbonden
ANALOG
met de ANALOG-ingangsaansluiting
BLUETOOTH
Audio van een Bluetooth apparaat
NET
Audio ontvangen via een netwerk
STATUS
TV
HDMI
ANALOG BLUETOOTH
1
2
3
SURROUND-indicator
Brandt wanneer surroundweergave is geselecteerd en gaat
uit wanneer stereoweergave is geselecteerd.
Brandt wanneer de MOVIE, MUSIC, SPORTS,
SURROUND
GAME, of TV PROGRAM-toets op de
afstandsbediening wordt ingedrukt
(surroundweergave).
SURROUND
Gaat uit wanneer de STEREO-toets op de
afstandsbediening wordt ingedrukt
(stereoweergave).
4
-indicator
Brandt wanneer het toestel is verbonden met een draadloos
netwerk; gaat uit wanneer de verbinding wordt verbroken (p. 32).
NET
5
-indicator
Brandt blauw wanneer het toestel is verbonden met een
Bluetooth apparaat; gaat uit wanneer de Bluetooth
verbinding wordt verbroken (p. 26).
NET
SURROUND
3
4
5
❑
Andere aanduidingen
Naast de aanduidingen die worden uitgelegd op 1–5,
kunnen er andere indicators op het voorpaneel gaan
branden of knipperen om de bedieningstoestand en
instellingen aan te geven.
In deze handleiding worden de volgende afbeeldingen voor
de negen belangrijkste indicators gebruikt ter illustratie.
: Uit
: Brandt
: Knippert
Voorbeeld: Wanneer de STATUS-indicator knippert en de
TV-indicator brandt
➤
FUNCTIES
Bedieningsorganen en functies
8
Nl