5.4
g
eBruik van de racemodus
o
verZicht
RACEMODUS kan worden geactiveerd tijdens een training door de toets RACEMODUS op de console in te drukken. Deze
functie kan alleen worden gebruikt tijdens een training van het type HANDMATIG, WILLEKEURIG HEUVEL, EZ INCLINE
of SPORTTRAINING. RACEMODUS is een functie waarmee de sporter kan racen aan een nagebootste snelheid die wordt
bepaald wanneer deRACEMODUS actief is. De sporter wordt aangeduid door een volle pijl boven het trainingsprofiel en de
pacer wordt gesymboliseerd door de omtrek van de pijl. Tijdens de RACEMODUS knippert de kolom trainingsprofiel om aan
te geven waar de sporter zich bevindt.
e
en race Beginnen
Druk op de toets RACEMODUS tijdens een training van het type HANDMATIG, WILLEKEURIG, HEUVEL, EZ INCLINE
of SPORTTRAINING om de RACEMODUS te activeren. Het symbool voor RACEMODUS zal oplichten. Er verschijnt
een melding in het Berichtenscherm om een gewenste snelheid in te voeren. Snelheid kan worden gewijzigd met de pijlen
Omhoog/Omlaag. De ingevoerde snelheid wordt dan de snelheid van de pacer tijdens de race. Nadat een racesnelheid is
ingevoerd, beginnen de pacer- en gebruikerpijlen bij de eerste kolom en vervolgens racen ze over het trainingsprofiel. De
pacer wordt gesymboliseerd door een omtrek van een pijl en de gebruiker door de volle pijl. De verplaatsing van de pacer
over het profiel wordt bepaald door de ingestelde racesnelheid en de resterende tijd in de training. Dus als de trainingstijd
wordt aangepast tijdens de race worden de instellingen van de pacer opnieuw geconfigureerd en start de race opnieuw vanaf
de eerste kolom.
5.5
g
eBruik van de geBruikersprofielen
Op de Go Console zijn twee profielinstellingen ter beschikking. Elk profiel stelt een sporter in staat om alle instellingen
en trainingsinformatie te bewaren. Dus zodra een sporter is aangemeld met een specifiek profiel, dan kan het trainen
meteen starten zonder trainingsinformatie in te voeren. Om aan te melden met een gebruikersprofiel, drukt u op de toets
GEBRUIKERSPROFIEL, scrollt u naar het gewenste profiel en drukt u op ENTER. Op voorwaarde dat dit profiel reeds werd
aangemaakt, zal het Berichtencentrum de melding "Aangemeld" weergeven. Indien dit gebruikersprofiel nog niet eerder werd
aangemaakt, dan geeft het Berichtencentrum de melding "Niet gedefinieerd" weer.
e
en geBruikersprofiel aanmaken
Om een gebruikersprofiel in te stellen, drukt u op de toets Gebruikersprofiel en scrollt u naar Gebruikersprofiel 1 of
Gebruikersprofiel 2. Houd daarna de toets Gebruikersprofiel drie seconden lang ingedrukt om naar de Bewerkingsmodus te
gaan. Het Berichtencentrum geeft nu de melding "Profiel bewerken". Gebruik de volgende toetsen om te navigeren in de
Bewerkingsmodus:
Scroll door de bewerkingsopties met de pijlen Links/Rechts.
ƒ
Pas de bewerkingsopties aan met de pijlen Omhoog/Omlaag (behalve in Naam wijzigen en Training op maat).
ƒ
Gebruik ENTER of de pijlen Links/Rechts om wijzigingen op te slaan en naar de volgende optie te gaan.
ƒ
Gebruik de toets RESET om terug te keren naar de standaardwaarde.
ƒ
Na het weergeven van het bericht "Profiel bewerken" toont het berichtencentrum "Mijn profielinstellingen". Druk op ENTER
wanneer "Mijn profielinstellingen" wordt weergegeven om te scrollen tussen de volgende te bewerken opties:
Jogsnelheid
ƒ
Berichtencentrum toont "Jogsnelheid = xx,x".
Selectieopties van 0,8 tot 19 km/u.
Rensnelheid
ƒ
Berichtencentrum toont "Rensnelheid = xx,x".
Selectieopties van 0,8 tot 19 km/u.
Standaardsnelheid
ƒ
Berichtencentrum toont "Standaardsnelheid = xx,x".
Selectieopties van 0,8 tot 19 km/u.
22