2.12
Transport in de auto
L
GEVAAR:
Gevaar voor letsel – De scooter is niet geschikt om te gebruiken als een zit in een
motorvoertuig.
L
WAARSCHUWING:
transporteren.
L
WAARSCHUWING:
op de voetplaat of zit bevinden gedurende het transport.
L
WAARSCHUWING:
verwonding van de inzittenden tijdens aanrijding of plots remmen te voorkomen.
L
WAARSCHUWING:
De beste manier om de scooter volledig gemonteerd, in de auto te transporteren is gebruik te maken van de
oprijplaten.
Wanneer U geen ervaring heeft om de scooter op oprijplaten te rijden, kan U de scooter ook in vrijloop plaatsen en
deze via oprijplaten in de auto duwen.
Maak het frame van de scooter goed vast aan het voertuig.
Wanneer de scooter niet in de auto past is het ook mogelijk om de scooter op volgende manier te transporteren:
1. Verwijder alle verwijderbare onderdelen alvorens te transporteren (zit + rug, batterijbehuizing,
boodschappenmandje, achterste frame van het voorste frame).
2. Berg deze verwijderbare onderdelen veilig op.
3. Vouw de stuurkolom naar beneden via de hoekverstelling.
4. Plaats de afzonderlijke onderdelen in de auto en bevestig deze stevig in het voertuig indien nodig.
2.13
Automatische uitschakeling van de voeding
Om te voorkomen dat de batterij per ongeluk leeg raakt, is Uw scooter voorzien van een automatische
uitschakeling van de voeding. Als de scooter is ingeschakeld en tien minuten niet wordt gebruikt, wordt de scooter
automatisch uitgeschakeld (U hoort een waarschuwingsgeluid, de rode LED brandt niet en Uw scooter reageert
niet meer). In dit geval schakelt U de scooter uit en in, waarna het voertuig weer klaar is voor gebruik.
2.14
Laden van de batterijen
L
WAARSCHUWING:
L
WAARSCHUWING:
brandbare voorwerpen, omdat dit brand van de batterijen tot gevolg kan hebben.
L
WAARSCHUWING:
met natte handen en trek het nooit met natte handen uit het stopcontact.
Laad de nieuwe batterijen volledig op wanneer U deze voor de eerste keer gebruikt.
De lampjes (LEDs) in de stuurkolom geven de resterende capaciteit van Uw batterijen weer. Als de batterijoplader is
ingeschakeld en er geen LED's branden, controleert U de zekering. Als de rode LED niet brandt is de oplader defect,
contacteer Uw vakhandelaar.
Laad de batterijen dagelijks op en in een goed geventileerde ruimte, niet rechtstreeks blootgesteld aan zonlicht. Laad
de batterijen niet op in een vochtige omgeving, wanneer het regent of bij ochtend dauw. Als U dit niet doet en gewoon
verder blijft rijden, zal de prestatie van de scooter aanzienlijke dalen (bergop, bochten, onvoldoende verlichting). Als
U deze signalen ook negeert, zal Uw scooter zichzelf uitschakelen. U moet nu de scooter meteen opladen met de
bijgeleverde lader. Zorg dat U de batterijen altijd volledig oplaadt.
Nadat U de batterij hebt opgeladen of hebt vervangen door een nieuwe batterij, rijdt U gedurende twee of drie minuten
met het voertuig om te controleren of de batterijcapaciteit voldoende is.
De batterijcapaciteit hangt af van hoe U met Uw scooter rijdt (herhaaldelijk starten, stoppen, hellingen oprijden, ruw
terrein) en de capaciteit wordt sneller verbruikt. In de winter reageert de batterij mogelijk langzamer en de capaciteit
van de batterij wordt wellicht verkleind.
Houd alstublieft ook rekening met de bijgevoegde werkingsinstructies.
Primair
Secundair
Max. batterij capaciteit
Laden
Gevaar voor letsel - Verwijder alle afneembare onderdelen alvorens te
Gevaar voor letsel - Geen personen of voorwerpen mogen zich onder de scooter,
Gevaar voor letsel – Zorg ervoor dat de scooter voldoende vastgemaakt is om
Kans op klemmen - Houd Uw vingers niet tussen de onderdelen van de scooter.
Gevaar voor letsel - Verwijder de sleutel voordat U begint op te laden.
Gevaar voor vuur - Houd de batterijen tijdens het opladen uit de buurt van
Risico op elektrische schokken - Sluit nooit de stekker op het stopcontact aan
230V ~ / 50-60 Hz / 270 W max.
24 V
20 Ah
Laad 80% cap. op in 8 u
/ 2A max.
17
Venus 4 Sport
2020-10
Gebruik
NL