Installatie methode van rookpijp
1. De rookafvoerpijp mag niet worden geïnstalleerd op het
luchtuitwisselingskanaal of de openbare schoorsteen van het gebouw.
2. De rookafvoerpijp moet de bijgevoegde speciale uitrusting gebruiken.
3. De rookpijp is tot nu toe 60 mm en de openingsdiameter van de muur (raam)
is 70. De locatie van de opening moet worden gewaarborgd. De locatie van de
uitlaat van de rookuitlaatpijp en de omliggende niet-brandbare gebouwen
moeten voldoen aan de vereisten zoals weergegeven in de figuur. Bovendien
mag er binnen 600 mm van de muur van het gebouw geen opening zijn waar
rook naar buiten kan stromen. Verbind het ellebooggedeelte met de buis,
schuif de buis vervolgens uit de muur en verbind vervolgens het uiteinde met
de rookuitlaat van de geiser en bevestig het met zelf tappende schroeven of
klemmen. De ruimte tussen de rookafvoer en het muurgat moet worden
opgevuld met vlam vertragende materialen of cement.
4. De geiser mag niet in gesloten gangen, balkons, enz. worden gehangen waar
de uitlaatgassen in worden afgevoerd.
5. De totale lengte van de rookpijp is minder dan 6 m, het aantal ellebogen is
niet meer dan 4, het gedeelte dat zich uitstrekt uit de muur is meer dan 100 en
de rookuitlaat helt voor het gemak 3 graden naar beneden van condens
afvoer.
6. De corrosieweerstand van de verlengde rookpijp moet overeenkomen met de
standaard rookpijp. De laslengte tussen rookpijpen mag niet minder zijn dan
30 mm en moet zijn afgedicht. De rookgasafvoer moet stevig zijn en mag niet
lekken en / of worden weggegooid. De verlenging moet eveneens worden
ondersteund.
Vlam vertragende
materialen
Page 19