2. Veiligheidsmaatregelen voor terugslag
Veiligheidsmaatregelen in verband met terugslag voor kettingzaaggebruikers: de
machine kan terugslaan wanneer de neus of de punt van het zaagblad een voorwerp
raakt of wanneer het hout opsluit en de zaagketting in de zaagsnede wordt ingeklemd.
Contact van de punt kan soms een bliksemsnelle tegengestelde reactie veroorzaken,
waardoor het zaagblad naar de gebruiker terugslaat (dit wordt rotatie-terugslag genoemd).
Door inklemmen van de zaagketting langs de bovenzijde van het zaagblad, kan het
zaagblad snel naar de gebruiker teruggeduwd worden (dit wordt lineaire terugslag
genoemd).
Door elk van deze reacties kunt u de controle over de zaag verliezen en in contact komen
met de bewegende zaag, hetgeen tot ernstig lichamelijk letsel kan leiden.
Als gebruiker van de kettingzaag dient u enkele voorzorgsmaatregelen te treffen om ervoor
te zorgen dat er tijdens het zaagwerk geen ongeval gebeurt en u geen letsel oploopt.
Als u het fenomeen terugslag begrijpt, kunt u het verrassingselement verminderen of
elimineren. Plotselinge verrassingen leiden tot ongelukken.
U dient zich ervan bewust te zijn dat rotatie-terugslag is te voorkomen door ervoor te zorgen
dat de onafgeschermde neus van het zaagblad geen voorwerpen of de grond kan raken.
Houd de kettingzaag tijdens het werken nooit met slechts één hand vast!
Bediening met slechts één hand kan ernstig letsel bij de gebruiker, helpers of omstanders
tot gevolg hebben.
Gebruik bij het werken met een kettingzaag voor de juiste controle altijd twee handen;
gebruik daarbij één hand voor het bedienen van de trekker.
Anders kan dit ertoe leiden dat de machine "schaatst" of slipt, hetgeen tot lichamelijk letsel
kan leiden doordat u de controle over de machine verliest.
Houd, wanneer de motor loopt, de zaag met beide handen stevig vast; met de rechterhand
op de achterste handgreep en de linkerhand op de voorste handgreep.
Houd de zaag stevig vast, waarbij de duimen en de vingers de kettingzaaghandgrepen
moeten omvatten.
Stevig vastgrijpen helpt terugslaan te verminderen en helpt bij het onder controle houden
van de zaag.
Te allen tijde moet de zaag met twee handen worden bediend.
Reik nooit te ver of boven borsthoogte.
Controleer dat het gebied waarin u zaagt, vrij van obstakels is.
Laat tijdens het werken met de zaag de neus van het zaagblad nooit contact maken met
een boomstronk, takken, of enig ander obstakel.
Zagen met hoge motortoerentallen kan het risico op terugslaan verminderen.
Zagen met halfgas of laag toerental kan echter de voorkeur verdienen om de kettingzaag
beter onder controle te houden in situaties met weinig ruimte en om het risico op terugslaan
te verminderen.
Volg de slijp- en onderhoudsinstructies van de fabrikant.
Gebruik alleen vervangende zaagbladen en kettingen die zijn gespecificeerd door de
fabrikant, of gebruik geschikte gelijkwaardige zaagbladen en kettingen.
GEVAAR
11