Verzorging en onderhoud
Laat het toestel voor het reinigen afkoelen.
Reiniging
Zorg er tijdens en na de reiniging voor dat er geen kookzone per
ongeluk is ingeschakeld.
Verwijder vervuiling zo mogelijk snel. Ingedroogd c. q. ingebrand vuil is
moeilijker te reinigen.
A
Gebruik uitsluitend een zachte doek of spons, water en een geschikt
reinigingsmiddel c. q. onderhoudsmiddel. Het verdient aanbeveling
middelen met beschermende werking te gebruiken. Neem daarbij de
aanwijzingen van de fabrikant van het reinigingsmiddel in acht.
Gebruik in geen geval schurende reinigingsmiddelen, krassende
schuursponsjes, staalwol etc. Deze producten beschadigen de
kookplaat.
A
Lichte vervuiling kan worden verwijderd met een vochtige doek en wat
afwasmiddel.
A
Bij sterkere vervuiling (soep- en sausvlekken, etc.) kunt u reinigingsmiddel
met een schone doek of spons aanbrengen en eventueel even laten
inwerken. Neem oppervlakken met een vochtige schone doek af en wrijf
die dan droog.
A
Korsten vuil van overgekookte melk en niet suikerhoudende gerechten
kunnen zowel in warme (niet hete!) alsook in koude toestand worden
verwijderd. Hiervoor zijn in de vakhandel verkrijgbare scheermesschrapers
verkrijgbaar.
30