1.2 Algemene kennisgevingen
1.2.1
Positiebron
Alle AIS-transponders (Automatic Identification System-transponders)
voor de scheepvaart gebruiken een op satellieten gebaseerd
locatiesysteem, waarnaar wordt verwezen als het GNSS (Global
Navigation Satellite System). Dit omvat het Global Positioning
System (GPS), Globalnaya Navigazionnaya Sputnikovaya Sistema
(GLONASS), Galileo en BeiDou.
De nauwkeurigheid van een GPS-plaatsbepaling is variabel, en
wordt beïnvloed door factoren als de plaats van de antenne, hoe
veel satellieten er worden gebruikt om een positie te bepalen,
en voor hoe lang satellietinformatie is ontvangen.
De term GPS wordt in deze handleiding gebruikt voor alle
GNSS-systemen.
1.2.2
Veilige afstand van kompas
De veilige afstand ten opzichte van het kompas van dit apparaat
is 0,2 m of meer voor een afwijking van 0,3°.
1.2.3
RF-emissieverklaring
Let op: Door de AIS transceiver wordt radiofrequente
elektromagnetische energie gegenereerd en uitgestraald. Installeer
en bedien deze apparatuur in overeenstemming met de instructies
in deze handleiding. Als u dit niet doet, kan dit leiden tot lichamelijk
letsel en/of storing van de AIS transceiver.
Let op: Bedien de AIS transceiver uitsluitend wanneer deze op een
VHF-antenne is aangesloten.
Voor maximale prestaties en minimale blootstelling aan
radiofrequente elektromagnetische energie, moet u ervoor zorgen
dat de antenne minimaal 1,5 m vanaf de AIS transceiver wordt
gemonteerd en op de AIS transceiver is aangesloten voordat u de
stroom inschakelt. Het systeem heeft een MPE-radius (maximaal
Wettelijke kennisgevingen
Pagina 4