3.4 Locatie en bevestiging van de transceiver
Hanteer de volgende richtlijnen bij het selecteren van een
installatielocatie:
• De omgevingstemperatuur rond de transceiver moet liggen
tussen -25°C en +55°C.
• De transceiver mag zich niet bevinden in een ontvlambare
of gevaarlijke omgeving, zoals in een machinekamer of in de
buurt van brandstoftanks.
• De transceiver moet niet binnen een afstand van 0,2 m van
een kompas of een ander magnetisch apparaat worden
geplaatst.
• De transceiver moet op een locatie worden gemonteerd waar
de led-indicatoren goed zichtbaar zijn, aangezien deze
belangrijke informatie bieden over de status van de
transceiver.
• Varianten met wifi en Bluetooth (B922/B924/B952/B954)
zullen profiteren van een installatie nabij het midden van het
schip om een consistent signaal in alle gebieden te bieden. De
constructie van uw schip kan ook invloed zijn op de
prestaties. Metalen structurele bulkheads en dakbedekking,
stroomkabels en reflecterende oppervlakken kunnen
bijvoorbeeld het signaal verminderen en in bepaalde situaties
blokkeren. Overweeg de ontvangst te testen om er zeker van
te zijn dat u tevreden bent voordat u de beugel en transceiver
monteert.
• Voor optimale prestaties moet de transceiver op ten minste
één meter afstand van andere zendapparatuur met een hoog
vermogen zoals VHF-radio's worden gemonteerd.
• Er moet voldoende ruimte rond de transceiver zijn om de
kabels om te leiden. Zie Figuur 10 voor meer informatie over
de afmetingen van de transceiver.
Installatie
Pagina 22