1Apparaat bedienen
U heeft de bedieningselementen en hun werking al
A p p a r a a t b e d i e n e n
leren kennen. Nu leggen we uit hoe u het apparaat
instelt.
Apparaat in- en uitschakelen
De functiekeuzeknop schakelt het apparaat in en uit.
Zodra u hem in een positie buiten de nulstand draait, is
het apparaat ingeschakeld. Om het apparaat uit te
schakelen de functiekeuzeknop altijd in de nulstand
draaien.
Verwarmingsmethode en temperatuur
instellen
Met de functiekeuze- en temperatuurknop stelt u het
apparaat heel eenvoudig in. In der tabel met de
verwarmingsmethoden vindt u voor elk gerecht de
methode die het meest geschikt is.
Voorbeeld in de afbeelding: boven- en onderwarmte
bij 190°C.
Met de functiekeuzeknop de verwarmingsmethode
1.
instellen.
Met de temperatuurknop de temperatuur of
2.
grillstand instellen.
Na enkele seconden begint de oven op te warmen.
Om de oven uit te schakelen de functiekeuzeknop op
nul zetten.
Aanwijzing: Op het apparaat kan ook de bereidingstijd
en de eindtijd worden ingesteld.~ "Tijdfuncties"
op pagina 14
Wijzigen
U kunt de verwarmingsmethode en de temperatuur op
elk moment met de daarvoor bestemde knop
veranderen.
Snel voorverwarmen
Met de functie Snel voorverwarmen kunt u de
opwarmtijd verkorten.
Gebruik Snel voorverwarmen alleen bij ingestelde
temperaturen van boven de 100 °C.
Om een gelijkmatig resultaat te krijgen, plaatst u het
gerecht pas in de binnenruimte wanneer het snel
voorverwarmen beëindigd is.
De functiekeuzeknop op
1.
Met de temperatuurknop de temperatuur instellen.
2.
Na enkele seconden begint de oven op te warmen.
Wanneer het snel voorverwarmen is beëindigd, klinkt er
een signaal. Plaats het gerecht in de binnenruimte.
Gebruik hierna het best:
%
3D-hetelucht
›
■
Apparaat bedienen
zetten.
J
nl
13