›
De WLAN-voorziening inschakelen
Selecteer in de menustand Instellingen
Wi-Fi. Tevens kunt u het snelkoppelingenpaneel openen en
Wi-Fi selecteren.
Het WLAN wordt op de achtergrond geactiveerd, maar
verbruikt wel batterijvermogen. Activeer het WLAN
daarom alleen wanneer dit nodig is, om de batterij te
sparen.
›
Een WLAN zoeken en daarmee verbinding
maken
1
Selecteer in de menustand
→
Wi-Fi.
Het toestel gaat automatisch naar beschikbare WLAN's op
zoek.
2
Schakel het selectievakje naast een netwerk in.
3
Geef een wachtwoord voor het netwerk in en selecteer
Gereed (indien nodig).
82
Connectiviteit
→
Connectiviteit
Instellingen
Connectiviteit
→
›
Het verbindingsprofiel aanpassen
1
→
Selecteer in de menustand
→
Wi-Fi.
2
Selecteer het gedetecteerde WLAN-toegangspunt.
Het actuele verbindingsprofiel voor het netwerk verschijnt.
3
Pas het verbindingsprofiel van het geselecteerde WLAN aan:
Optie
Naam
Beveiligingstype
IP-adres
IP-adrestype
Proxy-adres en
poort
MAC
toegangspunt
Instellingen
Connectiviteit
→
Functie
Hier ziet u de naam van het profiel.
Hier ziet u het beveiligingstype van
het WLAN-toegangspunt.
Hier ziet u het IP-adres van het WLAN-
toegangspunt.
Hier past u het IP- en DNS-adres aan.
Hier geeft u het adres en
poortnummer van de proxyserver in.
Hier ziet u het Mac-adres van het
WLAN-toegangspunt.