i
7.1 Beschrijving van de veiligheidsfuncties
Softstart / softstop
De RolloTron Comfort DuoFern beschikt over een soft-
start- en softstopfunctie. Door zachtjes te verschuiven en
te stoppen wordt de mechaniek van de bandoproller en
de band ontzien.
Obstakelherkenning
De beweging van de band wordt bewaakt. Als het rolluik
tijdens de OMLAAG ( t
stopt de band met bewegen en wordt de bandoproller
uitgeschakeld.
Na het uitschakelen kan het rolluik niet meer in de-
zelfde richting worden bewogen.
◆ Beweeg de bandoproller in de tegenovergestelde rich-
ting en verwijder het eventueel aanwezige obstakel.
◆ Nu kan het rolluik ook in de oorspronkelijke richting
weer worden bewogen.
14
t )-beweging een obstakel raakt, dan
Bij uitval van de obstakelherkenning bestaat er ver-
wondingsgevaar.
◆ De band moet zo gelijkmatig mogelijk opgerold zijn
om de obstakelherkenning veilig te laten functione-
ren.
◆ Let op of de band na een activering van de obstakel-
herkenning weer recht en gelijkmatig wordt afgewik-
keld wanneer het rolluik wordt gebruikt.
Overstroombeveiliging
De RolloTron Comfort DuoFern is beveiligd tegen
overstroom.
Als de aandrijving bij de OMHOOG ( ▲
keert (bijv. door bevriezing), dan wordt de bandoproller
eveneens uitgeschakeld.
◆ Na het verhelpen van de oorzaak van de overbelas-
ting loopt het rolluik weer in beide richtingen.
NL
▲ )-beweging blok-