VERHELPEN VAN PROBLEMEN
7
Alvorens aan een defect te denken
In het geval u een probleem ondervindt met dit apparaat, controleert u eerst de onderstaande punten voordat u om reparatie vraagt.
Wat een ernstige storing lijkt te zijn, is vaak te wijten aan een simpele bedieningsfout.
Als het probleem niet is verholpen na het uitvoeren van de onderstaande controles, neemt u contact op met de plaats van aankoop,
uw dichtstbijzijnde Marantz-dealer, ons klantenservicecentrum of ons reparatieservicecentrum.
Probleem
Het apparaat kan niet worden
ingeschakeld.
H e t a p p a r a a t k a n w o r d e n
ingeschakeld maar er komt geen
geluid uit de luidsprekers.
Er komt alleen geluid uit de linker-
of rechterluidspreker. Of het volume
van de linker- en rechterluidspreker
verschilt.
Linker- en rechterkanaal zijn
omgewisseld.
Het geluid is mono.
Ruis bij het afspelen van een
grammofoonplaat.
Of geen geluid.
'Rondzingen' bij het afspelen van
een grammofoonplaat met hoog
volume.
NEDERLANDS
Oorzaken
Het netsnoer is losgekoppeld.
De beveiligingsschakeling is geactiveerd.
Onvolledige luidsprekeraansluiting.
Onvolledige ingangskabelaansluiting.
Verkeerd gebruik van de aangesloten speler.
INPUT SELECTOR-knop niet goed
ingesteld.
VOLUME-knop staat op minimum.
SPEAKERS-knoppen staan op OFF.
ATT.-functie geactiveerd.
De beveiligingsschakeling werd geactiveerd
en het volume automatisch gedempt.
Er verschijnt een foutmelding.
Onvolledige luidsprekeraansluiting.
De instelwaarden voor volume (LEVEL
TRIM) en geluidskwaliteit (BASS/TREBLE)
zijn verschillend voor het linker- en
rechterkanaal.
Linker- en rechter luidspreker kabel of
ingangskabels verkeerd om aangesloten.
De MODE-schakelaar op het achterpaneel
staat op BI-AMP.
Aardingsdraad van platenspeler slecht
aangesloten.
Gebrekkige verbinding met PHONO-
aansluitingen.
Het geluid kan worden beïnvloed door een
televisie of dergelijke die te dicht bij de
platenspeler is geplaatst.
De PHONO MC-toets op het voorpaneel
is verkeerd ingesteld voor de gebruikte
cartridge.
Platenspeler en luidsprekers zijn te dicht bij
elkaar geplaatst.
De platenspeler staat op een kast of ondergrond
die makkelijk trilt.
Acties
Controleer de aansluiting van het netsnoer.
Indien de OPERATE-indicator knippert, zet
dan het apparaat UIT en na minstens 1 minuut
weer AAN.
C o n t r o l e e r d e a a n s l u i t i n g v a n d e
luidsprekerkabel.
C o n t r o l e e r d e a a n s l u i t i n g v a n d e
ingangskabel.
Controleer de werking aan de hand van de
handleiding van de speler.
Stel de INPUT SELECTOR-knop goed in.
Stel de VOLUME-knop goed in.
Stel de SPEAKER A/B-knoppen in volgens
de SPEAKER-aansluitingen waarmee de
luidsprekers zijn verbonden.
Druk op de ATT.-toets op het apparaat of de
afstandsbediening, of verhoog/verlaag het
volume om de verzwakkingsfunctie uit te
schakelen wanneer "ATT" verschijnt op het
display.
Stel het volumeniveau opnieuw in.
Stel het ID-nummer correct in op basis van de
tabel onder "FOUTMELDINGEN" op bladzijde
26.
C o n t r o l e e r d e a a n s l u i t i n g v a n d e
luidsprekerkabel.
Herhaal het trimmen.
Verricht de aansluitingen zoals het hoort.
Schakel het apparaat uit, zet de the MODE-
schakelaar op STEREO en schakel het
apparaat weer in.
Controleer de PHONO GND-aansluiting.
Controleer de PHONO-ingangsaansluiting.
Verplaats de televisie of platenspeler.
Stel de PHONO MC-toets correct in.
Plaats de luidsprekers zo ver mogelijk van de
platenspeler vandaan.
Gebruik een in de handel verkrijgbare
isolatiemat indien er geen bij de platenspeler
werd geleverd.
25