Algemene voorzorgsmaatregelen en adviezen
INSTALLATIE
• Zorg dat u de vloer (bijv. parket) niet beschadigt
tijdens het verplaatsen van het apparaat.
• Installeer het product niet in de buurt van een
warmtebron.
• Installeer het apparaat op een vloer die
voldoende stevig is om het gewicht te dragen
en op een plaats die geschikt is voor de omvang
en toepassing van het apparaat.
• Het apparaat is bedoeld voor gebruik op
plaatsen waar de temperatuur binnen het
volgende bereik komt, conform de klimaatklasse
op het typeplaatje. Mogelijk werkt het apparaat
niet correct indien het lange tijd op een
temperatuur buiten het aangegeven bereik
wordt gebruikt.
Klimaatklasse
SN
N
ST
T
• Zorg dat de spanning op het typeplaatje
overeenkomt met de spanning in uw woning.
VEILIG GEBRUIK
• Bewaar geen benzine, ontvlambare vloeistoffen
of gas in de buurt van dit apparaat of andere
elektrische apparaten. De dampen kunnen
brand of explosies veroorzaken.
• De inhoud (niet toxisch) van de icepacks
(in sommige modellen) niet inslikken.
Tips voor energiebesparing
• Installeer het apparaat in een droge, goed
geventileerde ruimte, ver bij eventuele
warmtebronnen vandaan (bijv. radiator, fornuis,
etc.) en op een plek die niet aan direct zonlicht
wordt blootgesteld. Gebruik indien nodig een
isolatieplaat.
• Volg de installatie-instructies om voldoende
ventilatie te garanderen.
• Door onvoldoende ventilatie aan de achterzijde
van het product neemt het energieverbruik toe
en neemt de koelefficiëntie af.
• De binnentemperatuur van het apparaat kan
beïnvloed worden door de
omgevingstemperatuur, hoe vaak de deur wordt
geopend en de plaats van het apparaat. Bij het
instellen van de temperatuur moet rekening
gehouden worden met deze factoren.
• Laat warme gerechten en dranken eerst afkoelen
voordat ze in het apparaat geplaatst worden.
• Blokkeer de ventilator (indien aanwezig) niet met
levensmiddelen.
• Nadat de levensmiddelen in het apparaat zijn
geplaatst dient gecontroleerd te worden of de
deuren van de vakken goed sluiten, met name de
deur van het vriesvak.
• Beperk het openen van deuren tot een minimum.
• Plaats diepgevroren etenswaar die u wilt
ontdooien in de koelkast. De lage temperatuur
Omgevingst. (°C)
Van 10 tot 32
Van 16 tot 32
Van 16 tot 38
Van 16 tot 43
• Eet geen ijsblokjes of ijslolly's onmiddellijk nadat
u deze uit de diepvriezer hebt gehaald omdat
deze koude brandwonden kunnen veroorzaken.
• Bij producten ontworpen voor gebruik met een
luchtfilter in een toegankelijke
ventilatorafdekking, moet het filter altijd zijn
aangebracht wanneer de koelkast in bedrijf is.
• Trek de stekker uit het stopcontact of sluit de
stroomtoevoer af voordat u met reinigings- of
onderhoudswerkzaamheden begint.
• Gebruik het koelkastcompartiment uitsluitend
voor het bewaren van verse levensmiddelen en
het diepvriezercompartiment uitsluitend voor het
bewaren van bevroren levensmiddelen, het
invriezen van verse levensmiddelen en het
maken van ijsblokjes.
• Bewaar geen glazen containers met vloeistoffen
in het diepvriezercompartiment omdat ze
kunnen breken.
• Vermijd het bewaren van onverpakte
levensmiddelen in direct contact met interne
oppervlakken van de koelkast- of
diepvriezercompartimenten.
• "De lamp die in het apparaat wordt gebruikt is
specifiek ontworpen voor huishoudapparaten en
is niet geschikt voor ruimteverlichting
(EC Richtlijn nr. 244/2009)".
De fabrikant aanvaardt geen enkele
aansprakelijkheid voor schade aan
voorwerpen of letsel aan personen of dieren
die/dat veroorzaakt is door het niet in acht
nemen van bovenstaand advies en de
voorzorgsmaatregelen.
van de diepgevroren etenswaar koelt de
etenswaar in de koelkast.
• Apparaten kunnen over speciale compartimenten
beschikken (vak voor verse etenswaar, Nul Graden
vak,...). Indien niet anders gespecificeerd in het
betreffende productboekje kunnen deze
compartimenten verwijderd worden en blijven
daarbij vergelijkbare prestaties behouden.
• De positionering van de schappen in de koelkast
heeft geen invloed op het efficiënte
energiegebruik. De etenswaar dient zodanig op
de platen geplaatst te worden om voor
voldoende luchtcirculatie te zorgen (de
verschillende etenswaar dient elkaar niet te raken
en de afstand tussen de etenswaar en de
achterwand moet behouden blijven).
• U kunt de opslagcapaciteit voor ingevroren
etenswaar vergroten door opslagmanden en,
indien aanwezig, de Stop Frost-plaat te
verwijderen en daarbij een vergelijkbaar
energieverbruik behouden.
• Een beschadigde afdichting dient zo snel mogelijk
vervangen te worden.
• Producten van een hoge energieklasse zijn
uitgerust met een hoogrendementsmotor die
langer blijft werken, maar een laag
energieverbruik hebben. Maakt u zich dus geen
zorgen als de motor langere tijd blijft werken.
7