15.7 Aansluiting stroomsensor
De drie stroomvoelers, één voor iedere fase, zitten op de volgende manier op
het zekeringenpaneel:
Elke fase van het elektriciteitsverdeelbord dat het product voedt, wordt door
een stroomsensor geleid voordat deze eindigt op de bijbehorende klem.
Sluit dan aan op de ketel volgens het klemmenbordschema. Hierdoor kan
de fasestroom altijd worden gedetecteerd en vergeleken met de ingestelde
waarde voor de overbelastingsschakelaar van de warmtepomp. Als de stroom
hoger is, daalt de sturing naar een lagere warmte-uitvoer. Als de stroom dan
nog steeds te hoog is, wordt de uitvoer verder verlaagd. Wanneer de stroom
weer onder de ingestelde waarde is gekomen, verhoogt de uitvoer.
Dit betekent dat de stroomsensoren, samen met de elektronica, voorkomen
dat er meer voeding wordt geleverd dan de hoofdzekeringen aankunnen. De
gaten voor kabels van de stroomsensoren hebben een diameter van 11 mm.
Van elektriciteits-
Naar ketel
verdeelbord
Zekeringspaneel
Stroomsensor
152
CTC EcoZenith i555 Pro