14.3.2 CTC EcoZenith i555 Pro – Warmtepomp
Warmtepomp 1 is aangesloten op 3-wegkleppen om af te wisselen tussen de
bovenste en de onderste tank. Warmtepompen 2 en 3 zijn rechtstreeks op de
onderste tank aangesloten om de radiatoren te voeden.
Zorg dat de poorten van de verdeelkleppen (Y21) zijn ingesteld als in het
schematisch overzicht. De poorten
warmtepomp 1.
Als het nodig is om poorten om te wisselen (
in de aandrijving opnieuw worden aangesloten. Zie het hoofdstuk Elektrische
installatie voor meer informatie.
Let er op dat de laatste warmtepomp in een serieaansluiting in de afgesloten
stand moet staan, d.w.z. DIP-schakelaar 2 op de laatste warmtepomp moet in
de stand AAN staan en op de andere warmtepompen in de stand UIT. Zie voor
meer informatie de installatie- en onderhoudsinstructies van de betreffende
warmtepomp.
De verdeelkleppen (Y21) en de circulatiepomp (G11), (G12) en (G13) zijn CTC-
accessoires.
Zie ook de sectie "Warmtepomp" in het hoofdstuk "Gedetailleerde
menubeschrijvingen" (Installateur/Instellingen/Warmtepompen 1-3).
26
25
Warmtepomp 1
Warmtepomp 2
Värmepump 1
Värmepump 2
VP A1
VP A2
G11
G12
●
moeten altijd zijn aangesloten op
■
▲
en
), moeten twee jumpers
27
Warmtepomp 3
Värmepump 3
VP A3
G13
Alleen warmtepomp 1
!
mag worden aangesloten
op de verdeelkleppen
(Y21).
Y21
B5
Y21
B6
B33
11
CTC EcoZenith i555 Pro
Y1
01
E5
EL 1-3 a/b
02
E1/E4
127