Inhoudsopgave
Advertenties
8. Eerste start
Wanneer de warmtepomp wordt geleverd, is de compressor geblokkeerd
zodat hij niet onbedoeld kan starten. De warmtepomp kan worden
geïnstalleerd en gestart voordat het captatiecircuit in werking wordt gesteld.
De warmtepomp kan ook worden gestart zonder dat er een binnenvoeler
is geplaatst, omdat de curve die is ingesteld de verwarming dan regelt. De
sensor kan echter altijd worden geplaatst voor de alarm-LED-functie.
Voor de eerste start
1. Controleer of de verwarmingsketel en het -systeem vol water zitten en
zijn ontlucht.
2. Controleer of het captatiesysteem is gevuld met water en antivries en dat
het is ontlucht, of zorg ervoor dat de compressor is geblokkeerd.
3. Controleer of alle aansluitingen goed vastzitten.
4. Controleer of alle voelers correct zijn aangesloten op de voeding.
5. Controleer of de aansluitingen achter de isolatiekappen dicht zijn. Haal de
twee isolatiekappen weg door voorzichtig aan de gemarkeerde punten te
trekken.
6. De thermostaat van de back-upverwarming heeft UIT als fabrieksinstel-
ling. De aanbevolen positie is
thermostaat van de back-upverwarming wordt gereset op het elektrische
schakelpaneel achter het voorpaneel. De thermostaat staat op de positie
UIT wanneer deze zo ver mogelijk linksom worden gedraaid (de gleuf
voor de schroevendraaier moet verticaal zijn).
Controleer aan het einde van de installatie de aansluiting van de
stroomomvormer. In deze situatie is het belangrijk dat u alle grote
stroomverbruikers in het huis uitschakelt. Zorg er ook voor dat de
back-upthermostaat is uitgeschakeld.
56
CTC GSi 12 230V 1N~/230V 3~
= Antivries-instelling, rond +7°C. De
1 2
Controleer de aansluitingen
Advertenties
Inhoudsopgave
