Inhoudsopgave
Advertenties
7.5
Pomp Diff thermostaatfunctie
(G46) aan/uit
230 V 1N~
Voeler (B46) wordt aangesloten op de relaiskaart (A2) op klemmenstrook
G65–G66. Circulatiepomp G46 wordt aangesloten op de volgende
klemmenstroken:
Fase:
Nul:
Aarde:
Controleer de functie door de pomp te testen in het menu "Installateur/
Service/Functietest" in het besturingssysteem.
7.6
Verwarmingskring 2 (Koeling)
Plaats de vertrekvoeler op de vertrekleiding, bij voorkeur na de
circulatiepomp.
Het detectiedeel is aan het eind van de voeler (zie tekening).
• Bevestig de voeler met het meegeleverde kabelbandje.
• Zorg ervoor dat de voeler goed contact met de buis maakt.
Breng contactpasta aan op de voorkant van de voeler tussen de voeler
en de buis als goed contact anders moeilijk te verkrijgen is.
• Belangrijk! Isoleer de voeler met leidingisolatie.
• Sluit de kabels (B2) aan op de voelerklemmenstrook op positie
G15-G16.
Het aansluiten om de mengklep te regelen (Y2), gebeurt als volgt:
Zwarte kabel
Bruine kabel
Nul:
Circulatiepomp G2 wordt aangesloten op de volgende klemmenstroken:
Fase
Nul
Aarde:
De koelfunctie wordt aangepast met vertrekvoeler 2 (B2), wat betekent dat
verwarmingskring 2 en koeling niet tegelijkertijd kunnen worden gebruikt..
Contactpasta
Leiding vertrek
42
CTC GSi 12 230V 1N~/230V 3~
bruin
Klemmenstrook A:11
blauw
geel/groen
Open
Klemmenstrook A: 15
Gesloten
Klemmenstrook A: 16
blauw
Klemmenstrook X: 35
Bruin
Klemmenstrook A:36
Blauw
Klemmenstrook A:34
geel/groen
PE
Voelerelement Voeler
Voelerkabel
Kabelbandje
Isolatie
Advertenties
Inhoudsopgave
