5. Installatie van de
leidingen
De installatie moet worden uitgevoerd volgens de geldende normen en
regelgeving. Raadpleeg MIS 3005 en bijbehorende bouwnormen deel L, F en
G. Het product moet worden aangesloten op een expansievat in een open
of gesloten systeem. Vergeet niet om het verwarmingssysteem schoon
te spoelen voor de aansluiting. Pas alle installatie-instellingen toe op basis
van de beschrijving in het gedeelte dat "Eerste start" heet.
5.1
Schema
Dit geeft de hoofdaansluiting weer tussen de warmtepomp en het
verwarmings- en watertoevoersysteem van het huis. Verschillende installaties
en systemen kunnen er anders uitzien, zoals een systeem met één of twee
leidingen, wat betekent dat de uiteindelijke installatie anders kan zijn. Voor
meer informatie over het aansluiten van de koude zijde: zie het gedeelte "Het
captatiesysteem aansluiten".
B11
B12
B15
= Verwarmingskring 2
(accessoire)
22
CTC GSi 12 230V 1N~/230V 3~
i
Verwarmingskring 2
kan alleen dezelfde
temperatuur geven
als verwarmingskring
1 of een lagere
temperatuur.
Y2
B2
G2
M
95
94
MP