Stroombewaking
De warmtepomp heeft een geïntegreerde stroombewaking. Als het
systeem een stroomvoeler heeft, worden de hoofdzekeringen van het huis
voortdurend bewaakt om ervoor te zorgen dat ze niet overbelast raken. Als
dit gebeurt, worden de elektrische fasen losgekoppeld van de warmtepomp.
De warmtepomp kan worden beperkt wanneer hoge verwarmingseisen
worden gecombineerd met bijvoorbeeld verwarmingen met een enkelfasige
motor, fornuizen, wasmachines of droogtrommels. Dit kan onvoldoende
verwarming of een ontoereikende watertemperatuur tot gevolg hebben.
Als de warmtepomp wordt beperkt, verschijnt de tekst "Hoge stroom,
elvermogen verm (X A)" op het scherm. Raadpleeg een elektricien om te
bepalen of de zekeringgrootte correct is en of de drie fasen in het huis
gelijkmatig worden belast.
Grondlus
Er kunnen storingen optreden in de koeleenheid als de grondlus niet juist is
geïnstalleerd, als de grondlus niet voldoende is ontlucht, als deze te weinig
antivries bevat of als deze geen geschikte afmetingen heeft. Een slechte of
onvoldoende circulatie kan ervoor zorgen dat de warmtepomp een alarm
veroorzaakt bij te lage verdamping. Als het temperatuurverschil tussen de
inkomende en uitgaande temperatuur te groot is, veroorzaakt het product
een alarm en verschijnt er "Debiet captatie laag". De oorzaak is waarschijnlijk
dat er nog lucht in het captatiecircuit zit. Ontlucht zeer goed. Dit kan in
sommige gevallen wel een dag duren. Controleer ook de grondlus. Zie ook
het gedeelte over "Het captatiesysteem aansluiten". Reset het alarm Lage
verdamping op het scherm. Als een storing herhaaldelijk optreedt, neem dan
contact op met een technicus om de storing op te sporen en te verhelpen.
Als de tekst "Temp captatie laag" verschijnt, is de grondlus mogelijk
niet groot genoeg of kan de voeler een storing hebben. Controleer de
temperatuur van het captatiecircuit in het menu Bedrijfsgegevens. Als de
inkomende temperatuur onder -5°C daalt tijdens de werking, neemt u
contact op met een technicus om het captatiecircuit te inspecteren.
106
CTC GSi 12 230V 1N~/230V 3~
i
Vergeet niet dat
de verwarmingen
misschien ook
ontlucht moeten
worden.